Aangepaste Beleidsregel mededinging en duurzaamheid
Reactie
|
Naam
|
Particulier (P. Peereboom)
|
|
Plaats
|
Hurdegarijp
|
|
Datum
|
24 december 2015
|
Vraag1
1. Biedt de aangepaste beleidsregel (zowel artikelen als toelichting) meer duidelijkheid en handvatten om duurzaamheidsinitiatieven binnen het mededingingskader vorm te geven en een self assessment uit te voeren? Indien u van mening bent dat de aangepaste beleidsregel minder duidelijkheid en handvatten biedt, licht toe hoe dit verbeterd zou kunnen worden.
Een Staat kan ook beschouwd worden als een onderneming, welke afspraken heeft gemaakt met het bedrijfsleven omtrent de te lage vennootsschapsbelasting, waardoor de samenleving belangrijke inkomsten ontbeert.
Naar mijn mening heeft een Staat recht op mededinging van nettowinsten (49%) uit economische activiteiten.
In verhouding gaat er momenteel teveel nettowinst naar de aandeelhouder(s).
Volgens art. 22 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens heeft elke Staat recht op inkomsten uit hulpbronnen (economische activiteiten) voor de economische, sociale en culturele rechten die nodig zijn voor de vrije ontplooiing van de persoonlijkheid.
De hoogste vorm van duurzaamheid is een mens in balans, die deels bereikt kan worden door concretisering van het bovenstaande, waardoor economie en levensstandaard verhoogd, verdiept en verbreed wordt.
