Wetswijzigingen medezeggenschap scholen
Reactie
Naam
|
Almeerse Scholen Groep (drs V.W. Beumers)
|
Plaats
|
Almere
|
Datum
|
10 september 2020
|
Vraag1
Wat vindt u van dit voorstel van wet?
Ten aanzien van wetsvoorstel omtrent het instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting in het funderend onderwijs zijn drie punten aan te voeren waardoor in de praktijk uitvoeringsproblemen te verwachten zijn
- In de huidige situatie bestaat een heldere verdeling in rollen en taken tussen bestuur, raad van toezicht en (G)MR (governance). Instemming met de begroting ligt bij de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht voert minimaal 2 maal per jaar overleg met de (G)MR (over o.a. begroting). Hierdoor ontstaat rolvermenging met 2 deelnemers aan de driehoek. Dat gaat in de praktijk voor onduidelijkheden en uitvoeringsproblemen zorgen
- De invulling van de voorgestelde wetgeving is te veel geschreven op basis van kleine schoolbesturen. Voor kleine besturen en/of zgn. één-pitters is eea mogelijk uit te voeren, maar voor grote besturen op administratieve gronden vrijwel niet. Hiermee is het begrotingsproces praktisch niet uitvoerbaar. B.v. hoe moet worden omgegaan met een school-MR die geen toestemming geeft in een omgeving van 40 of meer scholen. Betekent dat de totale begroting van het bevoegde gezag niet kan worden vastgesteld? En hoe verhoudt de relatie MR en GMR zich in deze. Vastlopen van voorbereiding van het uitvoeringsjaar is zeer wel mogelijk.
- De voorgestelde wetgeving is te algemeen en minimaal geformuleerd. In de praktijk zal veel tijd verloren gaan aan het invullen van wat 'hoofdlijnen van de begroting' in feite is. Indien voorgestelde wetgeving doorgang gaat vinden is het sterk aan te bevelen scherp aangeven wat wel en niet onder de hoofdlijnen valt en interpretatie geschillen.