Meer ruimte voor nieuwe scholen

Reactie

Naam	Drs. C.E. van der Velden
Plaats	Benthuizen
Datum	16 februari 2016

Vraag1

Denkt u dat de voorgenomen wijzigingen voldoende ruimte bieden om die scholen op te richten waar ouders en leerlingen behoefte aan hebben?

Ik heb er geen zicht op of ouders daadwerkelijk andere behoeften hebben dan wat de scholen nu te bieden hebben. Ik verwacht dat de diversiteit van de scholen t.g.v. dit wetsvoorstel afneemt, omdat bijzondere scholen in een nadelige positie komen en eerder met sluiten bedreigd worden.

Vraag2

Denkt u dat initiatiefnemers met de keuze tussen marktonderzoek en ouderverklaringen goed de belangstelling voor hun school kunnen aantonen?

Dat hangt ervan af hoe dat marktonderzoek wordt ingericht. Als het specifiek gericht is op één doelgroep dan is het niet representatief voor bijv. dat gebied. Of als het bij voorbaat sommige doelgroepen uitsluit.

Vraag3

Biedt de voorgestelde wetswijziging voldoende waarborgen om te zorgen dat nieuwe scholen van goede kwaliteit zijn?

De kwaliteit van een school wordt bepaald door professionaliteit van de leerkracht. Kwaliteit komt dus veel meer door gedrag naar buiten dan in een bepaald opgelegd systeem. Dat geldt ook nu, daarin zit geen verschil t.o.v. het nieuwe wetsvoorstel.

Vraag4

Komt het wetsvoorstel voldoende tegemoet aan de situatie in zowel gebieden met leerlingengroei als met leerlingendaling

In gebieden met leerlingengroei zal het praktisch zijn om een nieuwe school te kunnen starten. In regio's met dalende leerlingenaantallen zal de opheffingsnorm snel(ler) bereikt zijn dan in de oude situatie, omdat ontheffing van deze norm bemoeilijkt wordt. Voor deze leerlingen (en ouders) zal een school verder van huis gezocht moeten worden, wat wellicht praktische problemen met zich meebrengt. Hierin zie ik dus in het nieuwe wetsvoorstel een verslechtering t.o.v. de huidige situatie.

Vraag5

Zijn er nog overige opmerkingen die u wilt meegeven

- In hoeverre is aangetoond dat ouders daadwerkelijk ontevreden zijn over het huidige stelsel?
- Noodzaak van een integrale benadering: richtingbegrip, instandhoudingsnormen, bekostiging en huisvesting moeten in samenhang met elkaar worden bekeken.
- Scholen hebben behoefte aan duidelijkheid. De voorstellen sorteren nu reeds een verlammend effect bij scholen die de laatste school zijn van een richting, bijv. wanneer de school beleid wenst te ontwikkelen op huisvestingsterrein.
- Onder ouders ontstaat het beeld dat scholen, die met naam en toenaam in de media genoemd zijn, gaan sluiten. Dat levert onrust op. Ouders houden bij hun schoolkeuze hier nu reeds rekening mee.
- Waarom kunnen openbare scholen wel een beroep doen op de bepaling dat zij de laatste school zijn in een regio en scholen voor bijzonder onderwijs niet meer?
- Waarom is er niet voor gekozen om scholen die de laatste van een richting zijn, een permanente uitzonderingspositie toe te kennen?