Meer ruimte voor nieuwe scholen

Reactie

Naam drs. MA J.M. Gaasbeek-Luursema
Plaats Schiedam
Datum 19 januari 2016

Vraag1

Denkt u dat de voorgenomen wijzigingen voldoende ruimte bieden om die scholen op te richten waar ouders en leerlingen behoefte aan hebben?
Er is geen behoefte aan meer scholen, maar aan meer en intensiever overleg tussen leerlingen, ouders en docenten over de inhoud en didactiek van het onderwijs op de bestaande vestigingen.

Vraag2

Denkt u dat initiatiefnemers met de keuze tussen marktonderzoek en ouderverklaringen goed de belangstelling voor hun school kunnen aantonen?
Nee, een nieuwe school zal altijd leerlingen trekken. Het personeel is gemotiveerd en zal zich inzetten om het onderwijs goed vorm te geven. Iets nieuws is vaak succesvol, maar of het zich op lange termijn bewijst is zeer de vraag. Er zijn voorbeelden van nieuwe scholen die toch niet succesvol bleken te zijn, denk maar aan de Leonardo-scholen.
Andere scholen in de omgeving dreigen leerlingen te verliezen en zullen de concurrentie aangaan, niet op basis van de kwaliteit van het onderwijs, maar om de leerlingenaantallen.

Vraag3

Biedt de voorgestelde wetswijziging voldoende waarborgen om te zorgen dat nieuwe scholen van goede kwaliteit zijn?
ja

Vraag4

Komt het wetsvoorstel voldoende tegemoet aan de situatie in zowel gebieden met leerlingengroei als met leerlingendaling
Nee, de nieuwe scholen zullen leerlingen trekken van bestaande scholen, die daardoor onder de opheffingsnorm (dreigen te) komen. Het sluiten van een school is een emotioneel proces voor alle betrokkenen en vergt veel inspanningen van de andere schoolbesturen. Zie de gang van zaken rond de sluiting van het Aloysius College.

Vraag5

Zijn er nog overige opmerkingen die u wilt meegeven
Nieuwe scholen moeten gehuisvest worden, de bestaande scholen bezetten nog huisvesting, een dure aangelegenheid voor gemeentes die in de meeste gevallen verantwoordelijk zijn voor de onderwijshuisvesting.
De wet is een vreemde en dure manier om tegemoet te komen aan de wens van de minister, de onderwijsraad (en aan aantal ouders?) om te komen tot meer onderwijsvernieuwingen.
Ik vrees voor een driedeling in het onderwijs: openbaar/bijzonder-religieus/bijzonder-elitair.
De discussie zou naar mijn mening dienen te gaan over de (on)wenselijkheid van het handhaven van artikel 23.
Mijn voorkeur zou het hebben dat alle scholen openbaar zijn, maar dat ze zich kunnen profileren op religieus gebied en/of op onderwijskundig gebied. Dit is zelfs mogelijk binnen één (samenwerkings-)bestuur.