Open standaard MIM (een gemeenschappelijk vertrekpunt voor het opstellen van informatiemodellen)

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Delft
Datum 4 mei 2021

Vraag1

Wilt u reageren op het advies van de experts om MIM op de lijst van aanbevolen standaarden te plaatsen (paragraaf 1 van het expertadvies)?
Zie vraag 4

Vraag2

Wilt u reageren op het advies van de experts om kwalificatie 'uitstekend beheer' toe te kennen aan het beheer van MIM (Geonovum), (paragraaf 1 van het expertadvies)?

Geen opmerkingen

Vraag3

Wilt u reageren op het door de experts voorgestelde functioneel toepassingsgebied (paragraaf 4.1 van het expertadvies)?
Zie vraag 4

Vraag4

Wilt u reageren op de constateringen en conclusies van de experts met betrekking tot de criteria voor de lijst van aanbevolen standaarden (paragrafen 5.1-5.4 van het expertadvies).
In het Expertadvies, par. 5.1.2.3 wordt de vraag gesteld over meerwaarde van aangemelde standaard boven bestaande concurrerende standaarden.
In het geformuleerde antwoord wordt verwezen naar concurrerende (inter)nationale standaarden zoals NEN 2660, 12006-3 en draft standaard CEN TC442/WG4/TG3 SML en wordt gesteld dat volgens de meeste experts er geen bezwaar is om MIM op te nemen op de lijst aanbevolen standaarden, omdat MIM al als volwassen standaard wordt gezien en in meerdere domeinen al toegepast wordt. De expertgroep doet een dringende oproep aan NEN en Geonovum om gezamenlijk de compatibiliteit tussen deze standaarden te verzorgen en te onderzoeken hoe een top-level ontologie (ofwel fundamentele ontologie) kan worden ingepast in MIM.

Een RWS-vertegenwoordiger heeft deelgenomen in de expertsessie, en is van mening dat het metamodel van de NTA 8035:2020, verder uitgewerkt in NEN 2660-1 (Ontw., nu in publieke consultatie) volledig overlapt met de scope van het MIM, maar daarbij een andere benadering kiest. Naar verwachting wordt de NEN 2660 (deel 1 en 2) na 1 juli 2021 definitief gemaakt en gepubliceerd, en zal vervolgens ook bij Forum Standaardisatie worden aangeboden. Hiermee ontstaat dan op zeer korte termijn de situatie dat er dan dus twee metamodel-standaarden (MIM en NEN 2660-1) met volledig overlappende scope (toepassingsgebied en werkingsgebied), maar met andere benaderingen in omloop komen, waar de gebruikers uit moeten kiezen, wat tot verwarring kan leiden. Dit is vanuit het oogpunt van RWS een zeer onwenselijke situatie. Daarom is het pleidooi van RWS om deze situatie te voorkomen, en de term “dringende oproep” te vervangen door de zinsnede “Forum Standaardisatie is van mening dat de compatibiliteit tussen de standaarden MIM en NEN 2660-1 geborgd moet zijn alvorens opname van het MIM (en later ook de NEN 2660) op de lijst van Forum kan plaatsvinden”.

De NTA 8035 en NEN 2660 zijn specifiek ontworpen om de uitwisseling/deling tussen partijen (OG en ON) in de Gebouwde Omgeving (GWW, B&U) te bevorderen. Hiermee wordt o.a. invulling gegeven aan de Digideal Gebouwde Omgeving, die ook door RWS is ondertekend. De coördinatie hiervoor ligt bij het BIM Loket. Binnen RWS zal de OTL 3.0 worden gebaseerd op de NEN 2660 en NTA 8035.

Het is de inschatting van RWS (ook na vooroverleg met de opstellers van het MIM) dat de gevraagde compatibiliteit prima kan worden geborgd, maar dat dit wel nog wat werk zal vragen (doorlooptijd ongeveer 3 maanden).

Vraag5

Wilt u reageren op de adoptieadviezen van de experts aan het Forum Standaardisatie en Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid (paragraaf 5.5 van het expertadvies)?
Zie antwoord op vraag 4

Vraag6

Wilt u reageren op de oproep aan NEN en Geonovum voor een dringende actie om gezamenlijk de compatibiliteit tussen deze standaarden te verzorgen en te onderzoeken hoe een top-level ontologie (ofwel fundamentele ontologie) kan worden ingepast in MIM (paragraaf 5.5 van het expertadvies)?

Zie antwoord op vraag 4

Vraag7

Wilt u reageren op de relatie en/of mogelijke overlap tussen RDFS en het Metamodel voor Informatiemodellering (MIM)?
Dit is een vraag, die ik niet goed begrijp. Het MIM (en het Metamodel NEN 2660) zijn conceptuele metamodellen, die een mapping tussen bestaande modelleertalen mogelijk maken.
Het MIM lijkt daarbij het meeste op UML (met binaire relaties), met een taalbinding naar zowel UML (triviaal) en de W3C talen RDFS/OWL/SHACL.
Het NEN 2660 Metamodel lijkt meer op de talen uit de NIAM/ORM/FCO-IM familie (met n-aire relaties en rollen), ook met een taalbinding naar o.a. UML en SysML (inclusief SysML v2) en de W3C talen RDFS/OWL/SHACL. Taalbindingen naar andere talen, zoals relationeel (SQL), Property Graphs (Neo4J) en hypergraphs (TypeDB) zijn ook mogelijk.

Vraag8

Wilt u reageren op het doorlopen proces en de samenstelling van de expertgroep (paragraaf 2 van het expertadvies)?
Geen opmerkingen