Wet modernisering tuchtrecht Wet BIG

Reactie

Naam K.R. Triesscheijn
Plaats Eindhoven
Datum 2 oktober 2015

Vraag1

In het ontwerp worden in het voorgestelde artikel 1 Wet BIG (art. I, onder A) een aantal begrippen gedefinieerd.

Leiden de gehanteerde opzet van het artikel en de daarbij gebruikte definities tot een eenduidig interpreteerbaar, helder en duidelijk artikel? Zo nee, waarom niet?
Ja

Vraag2

In het voorgestelde artikel 1 Wet BIG (artikel I, onder A) is bij het begrip geneeskunst in onderdeel g opgenomen dat onder geneeskunst tevens wordt verstaan handelingen die gericht zijn op het aanbrengen, modificeren, herstructureren en wegnemen van weefsel, voor andere doeleinden dan die bedoeld onder a tot en met d. Met deze toevoeging kan er geen twijfel over bestaan dat cosmetische chirurgie onder het begrip geneeskunst valt. Cosmetische chirurgie vindt in eerste instantie ook plaats zonder dat deze tot doel heeft van een ziekte te genezen dan wel iemand voor een ziekte te behoeden of de gezondheidstoestand van iemand te beoordelen. De voorgestelde wijziging is overeenkomstig aanbeveling 13 uit de tweede evaluatie van de Wet BIG. Ook wordt in artikel 35 bewust niet gesproken over individuele gezondheidszorg. Reden hiervoor is dat het verboden is voor anderen dan degenen aan wie de handelingen zijn voorbehouden die handelingen te verrichten, ongeacht of diegenen werkzaam zijn op het gebied van de individuele gezondheidszorg. Reden hiervoor is dat voorbehouden handelingen voor een ieder verboden zijn en niet slechts voor personen die werkzaam zijn op het gebied van de individuele gezondheidszorg. Het is van belang om dit te verduidelijken. Hierdoor wordt bijvoorbeeld verduidelijkt dat de als voorbehouden aangewezen handelingen ook voorbehouden zijn aan geregistreerde beroepsbeoefenaren indien zij met een louter cosmetisch doel worden verricht.
Is het voor u duidelijk dat met dit wetsontwerp wordt geregeld dat ook cosmetische chirurgie en andere voorbehouden handelingen met een cosmetisch doel onder de reikwijdte van de Wet BIG vallen. Zo nee, welke mogelijkheden ziet u om het ontwerp te verbeteren?
Dit is duidelijk, echter zou ik ook duidelijk maken dat de restricties van de Wet BIG op voorbehouden handelingen niet van toepassing zijn op het niet beroepsmatig uitvoeren ervan, zoals in het kader van mantelzorg, medische ondersteuning van familie.

Biedt de Wet BIG op deze wijze voldoende ruimte om studenten in de praktijk op te leiden? Hier is het namelijk noodzakelijk dat zij voorbehouden handelingen uitvoeren om deze zich beter eigen te maken. Wie is voor dit handelen aansprakelijk? Een student of de instelling waarbij deze stage loopt?

Vraag3

In het ontwerp van artikel 4a (art. I, onder E) staat dat bij algemene maatregel kan worden bepaald in welke gevallen en op welke wijze de beoefenaar van een beroep als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kenbaar maakt onder welk BIG-nummer hij is ingeschreven.

Hoe en in welke situaties denkt u dat een beroepsbeoefenaar zijn BIG-nummer het beste kenbaar kan maken?
Verplichte vermelding op een behandelovereenkomst.
Verplichte vermelding BIG nummer op een naambadge, onder de naam

Vraag4

In het voorgestelde artikel 36, onderdeel g (art. I, onderdeel N) wordt als voorbehouden handeling opgenomen het met behulp van licht, ultrasoon geluid of hoogfrequente elektrische stroom behandelen van lichaamsweefsel (het zg. laseren). Deze regel wordt gesteld vanuit het belang van de patiëntveiligheid.

Denkt u dat een beperking in de toepassing van deze voorbehouden handeling tot lichaamsweefsel een goede beperking is? Zo niet, kunt u dan aangeven hoe de beperking in het belang van de patiëntveiligheid zou moeten worden aangepast.
Ik ben van mening dat het toepassen van laser en licht niet voorbehouden hoeft te zijn in 1 enkel geval, een uitzondering dus. Namelijk;
a) het toepassen van laserbehandeling en lichtflitsbehandeling op de huid ter verwijdering van het haar en vermindering van haargroei, zover sprake is van een cosmetische behandeling.

Vraag5

In het voorgestelde artikel 78a Wet BIG (art. I, onder VV) wordt de mogelijkheid geïntroduceerd om een beroepsbeoefenaar te gelasten zijn beroepsuitoefening onmiddellijk te beëindigen. Een dergelijke last kan worden gegeven indien voortzetting van de beroepsuitoefening naar verwachting een gevaar voor personen oplevert. De last duurt totdat de tuchtrechter over het functioneren van de beroepsbeoefenaar een oordeel heeft gegeven. Dat biedt de mogelijkheid een beroepsbeoefenaar in zeer ernstige gevallen te dwingen de beroepsactiviteiten op uiterst korte termijn te staken.

Lijkt u dat de mogelijkheid van een Last tot Onmiddellijke Beëindiging van de Beroepsuitoefening om in ernstige gevallen een beroepsbeoefenaar het werken te beletten totdat de tuchtrechter een oordeel heeft gegeven over het functioneren van de beroepsbeoefenaar een goed middel of ziet u andere, minder ingrijpende mogelijkheden om het beoogde doel te bereiken?

Een directe beperking in het uitvoeren van specifieke handelingen is mogenlijk een tweede maatregel, die minder ingrijpend is.

Pas als de patiëntveiligheid zodanig in het geding komt dat er niet op een andere manier of middels andere beperkingen veiligheid kan worden gewaarborgd, kan een onmiddelijke beëindiging van de beroepsuitoefening worden opgelegd.

Beiden in afwachting van de uitspraak van de tuchtrechter.

Vraag6

In het algemeen deel van de memorie van toelichting is een paragraaf opgenomen over de administratieve lasten die dit wetsontwerp tot gevolg hebben.

Ziet u mogelijkheden om hetzelfde resultaat te bereiken zoals beschreven in dit wetsontwerp met minder administratieve lasten tot gevolg?
Nee

Vraag7

Is het u voldoende duidelijk wat dit wetsvoorstel beoogt en zo niet, op welke onderdelen denkt u dat het wetsvoorstel verbeterd of verduidelijkt kan worden?

Voor mij is het voldoende duidelijk

Vraag8

Zijn er onderdelen in het ontwerp die naar uw mening beter anders geregeld kunnen worden om de doelstellingen van dit wetsontwerp te realiseren?
Nee