Modernisering Energieprestatievergoeding huur

Reactie

Naam Woonmeij (RC MSc. M.A.P. van den Eijnden)
Plaats Schijndel
Datum 19 december 2022

Vraag1

De voorgestelde wijziging van de Energieprestatievergoeding (EPV) beoogt de EPV aantrekkelijker te maken voor een bredere groep woningcorporaties. Acht u de “EPV 2.0” beter toepasbaar door:
a. de introductie van EPV-basis (waarbij de warmtevraag aansluit bij de Standaard voor woningisolatie en er minder duurzame energie op de woning hoeft te worden opgewekt);
b. de lagere eisen die gesteld worden aan meergezinswoningen;
c. het onderscheid dat aangebracht is tussen renovatie- en nieuwbouwwoningen waardoor voor renovaties hogere maximale vergoedingen gelden dan voor nieuwbouw?
Ik acht de EPV 2.0 beter toepasbaar door met name de lagere eisen die gesteld worden aan meergezinswoningen. Dit ligt in de eerste plaats aan beperkt dakoppervlak, waardoor het geschikt maken voor EPV gemakkelijker wordt. De introductie van EPV-basis en het onderscheid tussen renovatie- en nieuwbouwwoningen maakt het niet per se makkelijker of moeilijker, maar is wel te begrijpen vanuit het oogpunt van een woningcorporatie. Het onderscheid EPV-basis en en EPV-hoogwaardig sluit grosso modo wel aan bij de hoogste en laagste categorie van de oude EPV. Voor het verdienmodel van corporaties is het veel makkelijker om bij nieuwbouw dezelfde EPV te mogen vragen als bij renovatie, maar het is heel begrijpelijk dat dit onderscheid getrokken wordt.

Vraag2

De EPV beoogt de huurder de nodige (woonlasten) bescherming te geven. Wat vindt u van de geboden bescherming door:
a. de informatieplicht van de verhuurder vooraf richting de huurder (artikel 5);
b. het jaarlijks te verstrekken overzicht op basis van gemeten prestaties door middel van monitoring (artikel 4);
c. de korting op de EPV als uit gemeten prestaties blijkt dat de woning niet voldoet (artikel 3).
Ik denk dat met name de korting veel duidelijker werkt dan bij de huidige EPV-regeling. Op de overige punten is mijn beleving dat de huurder voldoende beschermd blijft.

Vraag3

Hoe beoordeelt u de voorgestelde maximale EPV-vergoedingen in de tabel in de bijlage?
Mijn beoordeling is, dat de maximale EPV-vergoedingen in de tabel een prima basis vormen voor het heffen van EPV, zo lang de maxima jaarlijks geïndexeerd worden. De intentie van ons als woningcorporatie is om onder de maximale vergoeding te gaan zitten, om nog verder te helpen in het drukken van woonlasten.

Vraag4

In navolging van de regelgeving omtrent bijna energieneutrale gebouwen (BENG) wordt voor de bepaling van de warmtevraag voor de EPV van een woning het gebruik van de NTA (Nederlandse Technische Afspraak) 8800 voorgeschreven. Hiermee wordt de energieprestatie bepaald en daarmee kan een energielabel in de database “EP-online” worden geregistreerd. Door registratie in EP-online wordt de energieprestatie van de woning geactualiseerd en wordt duidelijk welke berekening is toegepast. Daardoor kan niet alleen de huurder het nodige inzicht krijgen in de gemaakte berekening voor de warmtevraag, maar bij een geschil over de EPV ook de Huurcommissie en/of de rechter. Het afmelden bij RVO is hierdoor komen te vervallen. Kunt u zich vinden in deze vermindering van de lastendruk?
Ik kan mij vinden in deze vermindering van de lastendruk, maar reageer hier als gebruiker van de EPV-regeling en niet als expert op het gebied van afmelden of de NTA8800.

Vraag5

Wat zou volgens u, naast de voorgestelde wijzigingen, de EPV tot een nóg beter instrument maken om verduurzaming van huurwoningen (klaar voor 2050) te versnellen?
Een belangrijke valkuil in de wijziging is, dat huurdersgedrag niet langer meegenomen wordt. Voorheen had de huurder een 'bundel' op basis van klimaatgemiddeldes en een temperatuur in de woning van bijv. 20 of 21 graden. De gewijzigde regeling houdt hier onvoldoende rekening mee, door de verhuurder de volledige opwekking voor warmtevraag te laten garanderen (de W in H = O - W - G). Het risico dat de huurder ramen en deuren open zet om te ventileren, overmatig warm water gebruikt en vervolgens de thermostaat naar 23 draait, is met de nieuwe regeling voor de verhuurder. De garantie op het verbruik van de huurder nodigt juist uit om overmatig gebruik te maken van opgewekte elektriciteit of elektriciteit van het net, omdat de huurder voor 150% gecompenseerd wordt. Dit kan voor huurder een verdienmodel worden ten koste van de verhuurder.