Modernisering Rijksoctrooiwet 1995

Reactie

Naam H.J B
Plaats Rijswijk
Datum 30 december 2024

Vraag1

Wat vindt u van het wetsvoorstel Modernisering Rijksoctrooiwet 1995?
Persoonlijke anekdote 1996. Zitting in verleningsprocedure NL192121 nog op basis van de in 1995 afgeschafte wet. Er kan één conclusie worden verleend met de door Octrooiraad ter zitting voorgestelde termen hamercontactvlak en (met taalfout in publicatie) aambeeldcontactvlak. De termen hamer en aambeeld komen niet voor in de ingediende tekst, maar de wijziging was nodig voor de duidelijkheid. Beetje vreemd voor iemand die ook Europese verleningen deed. In mijn herinnering waren meer maatstaven die door de Octrooiraad werden gehanteerd een beetje vreemd. Ook op het punt van de beoordeling van nieuwheid en inventiviteit.
De getoetste octrooiverlening is in 1995 met gezond verstand afgeschaft. Want die NL-aanpak had de slag met het EOB definitief verloren. De dalende aantallen rechtvaardigden geen Octrooiraad met hoogopgeleide en ervaren examiners. Mijn ervaring was dat de een beetje vreemde maatstaven daar een belangrijke rol in speelden. De afwijkende NL-aanpak viel niet uit te leggen. Zeker niet aan buitenlandse aanvragers maar ook niet binnen Nederland.
Uit de huidige Memorie van Toelichting maak ik niet op of het Octrooicentrum de opdracht krijgt qua maatstaven het EOB te volgen. De regels van de nieuwe wet laten dat niet zien, logisch, maar de toelichting ook niet. Is men van plan te gaan werken in de lijn van de Guidelines van het EOB? En dan ook rekening te houden met relevante jurisprudentie van de Boards en het UPC? Ik lees dat nergens.
Ik heb de indruk en de vrees dat gekozen wordt voor “een eigen weg” als het gaat om de maatstaven.
Mijn vrees wordt gevoed doordat er in dit voorstel geen limitatieve opsomming van oppositiegronden is opgenomen. Zie de toelichting, pagina 10 en 26. Daarmee wordt bewust (omdat respondenten daar kennelijk om verzocht zouden hebben) de grond van duidelijkheid (lack of clarity) meegenomen als afzonderlijke grond voor bezwaar tegen een verleend octrooi. Kortom, haaks op G3/14 (dat document vanaf punt 69 op pagina 83).
Het lijkt mij dat dan elk verleend Nederlands octrooi vanaf de start op duidelijke achterstand staat ten opzichte van een via het EOB voor Nederland verleend octrooi als het gaat om handhaafbaarheid. Voor Femke Bol is een achterstand mogelijk geen probleem, maar wel voor een octrooi. En dat praat je met een eventueel klein verschil in kosten niet goed. Het EOB zal bij voorbaat de aantrekkelijke route blijken te zijn. Precies wat in 1995 de oude Octrooiraad en bijbehorende wet de das omdeed.