Modernisering Rijksoctrooiwet 1995

Reactie

Vraag1

Reactie op de Internetconsultatie wetsvoorstel Modernisering Rijksoctrooiwet 1995 namens Bronkhorst High-Tech B.V.

Getoetst octrooi:
Wij verwachten dat invoering van inhoudelijke toetsing zal vermijden dat zeer zwakke octrooien automatisch verleend worden. Ook al zijn ons geen rechtszaken met zulke zwakke octrooien bekend, het dwingt grote en kleine bedrijven actief in hetzelfde veld om tijdrovende en kostbare controles te doen. Daarom vinden wij invoering van toetsing – en dus afwijzing van zulke zwakke octrooien - wenselijk voor Nederlandse bedrijven die consistent en serieus bezig zijn met handelingvrijheid in intellectuele eigendom.

Bezwaar- en beroepsprocedure
Bronkhorst is van mening dat een bezwaarprocedure in het belang is van het MKB, in het bijzonder als de ambitie om de procedure goedkoop en snel te maken kan worden waargemaakt. Wij denken dat de aanstelling van technische specialisten daarbij een positief verschil kan maken. Tegelijk is het van belang om het aantal gronden te limitatief op te sommen. Bronkhorst ziet hierbij voordelen in het volgen van de rechtspraktijk van het EOB.

Verdere behandeling
Bronkhorst is van mening dat kansen voor verdere behandeling het octrooisysteem versterken. Het is jammer als rechten verloren gaan door soms kleine administratieve vergissingen. Het is wel van belang dat daarover helder gecommuniceerd wordt naar aanvragers zonder gemachtigde.

Exclusieve licentie
Een heldere definitie ontbreekt. Ik denk daarbij met name aan situaties waarbij er exclusieve rechten zijn in een deel van het Koninkrijk, maar niet in alle delen. Voorbeeld: is een licentiehouder met een exclusief recht op het volledige octrooi in Nederland maar niet in Curaçao en Sint Maarten een exclusieve licentiehouder?
Er zijn nog veel meer grijze situaties te bedenken, bijvoorbeeld als een licentiehouder een exclusief recht heeft om een bepaalde conclusie van een octrooi te gebruiken, maar niet andere conclusies. Is die licentiehouder exclusief?