Modernisering Rijksoctrooiwet 1995

Reactie

Vraag1

Wat betreft de dubbele octrooieringsmogelijkheden onder Art 77:

Die worden ook geboden in andere landen, zoals Duitsland. Een innovatieve ondernemer met internationale ambities kan onder de nieuwe wet (zonder dubbele octrooieringsmogelijkheid) beter voor een Duitse prioriteitsaanvraag kiezen dan voor een Nederlandse prioriteitsaanvraag. Om het Nederlandse octrooi te verwerven moet namelijk ook eerst de toetsingsprocedure worden doorlopen, en als het eenmaal verleend is vervalt vervolgens het rechtsgevolg bij registratie van het unitaire octrooi.

Voor een Duits octrooi geldt dat niet. In Duitsland wordt ook eerst getoetst, maar zal het verleende octrooi naast het unitaire octrooi volledig van kracht blijven en zal in de handhaving daardoor het extra voordeel van flexibiliteit en schaalbaarheid bieden.

Octrooihouder kan bij inbreuk namelijk kiezen tussen de Duitse rechter of het UPC. Wanneer de ondernemer in Nederland is gevestigd zal inbreuk in zijn thuismarkt alleen via het UPC te handhaven zijn. Hiervan liggen de kosten voor rechtspleging aanzienlijk hoger .

Bovendien kan het ertoe leiden dat de Nederlandse octrooirechtspraak steeds minder belangrijk zal worden, met name ook ten opzichte van de landen waar dubbele octrooibescherming wel mogelijk is. Via de band tussen het nationale octrooi en het unitaire octrooi, is namelijk te verwachten dat de rechtspraak in die landen toch van (grotere) invloed blijft op de rechtspraak bij het UPC.