Modernisering Rijksoctrooiwet 1995

Reactie

Vraag1

Het wetsvoorstel om octrooien vooraf te toetsen is wat mij betreft een goede zaak. Graag zou ik nog een andere toevoeging/wetswijziging willen voorstellen.

Een schuldenaar staat met heel zijn vermogen in voor zijn schulden. Onder vermogen vallen ook octrooiaanvragen. Hierop kan immers een pandrecht worden gevestigd. De huidige Rijksoctrooiwet voorziet middels art 68 ROW 1995 in de wijze van beslaglegging op een octrooi. Er is echter geen bepaling om beslag te leggen op een octrooiaanvraag waardoor deze onder de vangnetbepaling van art 474bb Rv valt.
Het probleem dat zich inmiddels al een paar keer heeft voorgedaan, zit in de vereisten die de wet stelt aan de wijze van beslaglegging. Een beslag op een octrooi wordt gelegd met in achtneming van de voorschriften in art 68 ROW 1995. Een beslag op een octrooiaanvraag wordt gelegd door dit aan te zeggen aan de beslagene en te betekenen aan het bureau. De gemiddelde doorlooptijd van een octrooiaanvraag is 18 maanden. Indien er een conservatoir beslag gelegd wordt op een octrooiaanvraag en er vervolgens een gerechtelijke procedure volgt, ontstaan er problemen. Terwijl de gerechtelijke procedure loopt, gaat de beoordeling van de octrooiaanvraag ook door. De octrooiaanvraag resulteert dan in een octrooi, maar het conservatoire beslag verdampt, omdat het niet voldoet aan de vereisten voor beslaglegging op een octrooi zoals neergelegd in art 68 ROW 1995. Er moet dan opnieuw beslag (conservatoir of executoriaal) worden gelegd op het octrooi.
Indien er ondertussen een pandrecht is gevestigd op het octrooi, vist de beslaglegger achter het net (zie art 68 lid 2 ROW 1995).
Deze situatie, die zich al heeft voorgedaan, is eenvoudig op te lossen door in artikel 68 ROW 1995 ook de octrooiaanvraag op te nemen.
Het voorstel voor de wettekst treft u in het bijgevoegde bestand aan.

Bijlage