Regeling Nationaal regime MiFID II

Reactie

Vraag1

De AFM hecht groot belang aan voldoende vakbekwaamheid bij personen die beleggingsdiensten verlenen. Onder de reikwijdte van deze Regeling vallen twee categorieën personen: 1) personen als bedoeld in artikel 11, eerste lid van de Regeling (financiëledienstverleners die het, op grond van hun vergunning of ontheffing, is toegestaan te adviseren en/of te bemiddelen in levensverzekeringen en/of hypothecair krediet); en 2) personen als bedoeld in artikel 11, derde lid van de Regeling (beleggingsondernemingen die geen vergunning of ontheffing hebben voor het adviseren in levensverzekeringen of hypothecair krediet en uitsluitend beleggingsdiensten verlenen, als bedoeld in onderdeel a of d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht). De AFM vindt een mogelijk verschil in vakbekwaamheidseisen tussen deze twee categorieën moeilijk uitlegbaar.

De vakbekwaamheidseisen van toepassing op personen als bedoeld in artikel 11, eerste lid van de Regeling, zijn in het huidige voorstel de Wft diploma’s Adviseur hypothecair krediet en Adviseur vermogen. In de ogen van de AFM ontbreken er in deze vakbekwaamheidseisen echter relevante elementen. In het huidige voorstel hoeven alleen personen die onder artikel 11, derde lid van de Regeling vallen, te voldoen aan de artikelen 2 en 3 van de Regeling vakbekwaamheid werknemers beleggingsondernemingen (MiFID II vakbekwaamheidseisen). Er is echter geen verschil in de beleggingsdienstverlening die binnen het Nationaal Regime plaats mag vinden door personen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, en artikel 11, derde lid van de Regeling. De AFM is daarom van mening dat alle personen die diensten mogen verlenen binnen het Nationaal Regime dienen te voldoen aan de MiFID II vakbekwaamheidseisen.

Bijlage