Rijkswet op het Nederlanderschap

Reactie

Naam A de Vries
Plaats New York
Datum 28 maart 2011

Vraag1

Hoe kunnen de voorwaarden voor verkrijging en verlening van het Nederlanderschap worden vormgegeven teneinde de maatschappelijke participatie te bevorderen?
Waar ik _niet_ in geloof is het verplicht afstaan van een tweede nationaliteit, indien mogelijk. Dat is niet meer van deze tijd. Feit is dat, met toenemende globalisatie en mobiliteit van werkenden, mensen nou eenmaal voor langere tijd in verschillende landen werken en vaak "internationaal" trouwen. Dat betekent dat bijvoorbeeld een Nederlandse vrouw met een Canadese man wellicht twintig jaar in NL willen wonen, en 20 jaar in Canada - en dergelijke periodes zijn lang genoeg, in mijn opinie, om allebei volledig inspraak te mogen hebben in het reilen en zeilen van het land, en te mogen rekenen op bescherming van de overheid als staatsburger. Het "je moet kiezen voor een land" is te definitief voor de mondiale samenleving zoals die nu is, en heeft alleen een symbolische werking - niet een functionele. En wetgeving moet functioneel zijn, niet symbolisch.

Ik zie alleen een juridisch probleem in geval van oorlog, waarbij aan het burgerschap verplichtingen kunnen worden verbonden die tegenstrijdig zijn tussen landen - bijvoorbeeld als Nederland en Anderland met elkaar in oorlog raken, en een Nederlandse jongeman met een Anderlandse nationaliteit opgeroepen wordt voor zijn Anderlandse dienstplicht. Maar dat is een zeer onwaarschijnlijk geval; daarnaast zal er in een dergelijke situatie door Nederland niet alleen rekening worden gehouden met mensen met een dubbele Nederlandse/Anderlandse nationaliteit, maar ook met Anderlanders met Nederlandse verblijfsvergunning, of Nederlanders met Anderlandse afkomst - want ongeacht hun nationaliteit, is uberhaupt de aanwezigheid in Nederland van burgers met affiniteit met Anderland een punt van aandacht, in geval Nederland in oorlog is met Anderland.