Verlenging naturalisatietermijnen
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Caribisch Nederland
|
Datum
|
30 september 2025
|
Vraag1
U kunt op de gehele regeling en memorie van toelichting reageren.
Met betrekking tot de voorgestelde wijziging van artikel 8, derde lid (nieuw), waarin de naturalisatietermijn voor verzoekers die ten minste drie jaren gehuwd zijn en samenwonen met een Nederlander wordt verhoogd van drie naar vijf jaar, wil ik het volgende opmerken.
Het verhogen van de naturalisatietermijn van vijf naar tien jaar voor reguliere verzoekers wordt gemotiveerd vanuit de doelstelling om het migratiesaldo te verlagen en bevolkingsgroei te beperken. Dit is een beleidsmatige keuze die ziet op asiel en migratie in brede zin. Echter, het is niet correct om deze redenatie een-op-een door te trekken naar de groep die gehuwd is of samenwoont met een Nederlander.
Voor gehuwden en geregistreerde partners geldt immers nu al dat geen termijn van toelating en hoofdverblijf binnen het Koninkrijk wordt verlangd. Het faciliteren van naturalisatie binnen een huwelijk is daarnaast gestoeld op internationale verplichtingen en de bescherming van het gezinsleven. Artikel 8 EVRM waarborgt het recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven en verplicht staten een zorgvuldige belangenafweging te maken tussen immigratiecontrole en bescherming van dit gezinsleven
Daarom is het niet “voor de hand liggend” of in mijn ogen ook geen noodzakelijke "aanscherping"' nodig om ook voor deze categorie de termijn te verhogen. Integendeel, het zou passend zijn de termijn ongewijzigd te laten op drie jaar, zodat naturalisatie voor deze groep eenvoudig en toegankelijk blijft. Daarmee wordt recht gedaan aan de bijzondere positie van huwelijk en partnerschap, zonder dat dit bijdraagt aan het migratiesaldo waarop de overige maatregelen gericht zijn.