Verlenging naturalisatietermijnen

Reactie

Naam Y Zenko
Plaats Tilburg
Datum 30 september 2025

Vraag1

U kunt op de gehele regeling en memorie van toelichting reageren.
Geachte heer/mevrouw,

Deze verlenging is niet proportioneel, niet doelmatig, en staat haaks op integratiebevordering. Daarbij wijs ik nadrukkelijk op de parlementaire behandeling en uiteindelijke verwerping van wetsvoorstel 33 852 (2016–2017), waarin een veel minder ingrijpende verlenging (van 5 naar 7 jaar) reeds door de Eerste Kamer is afgewezen.

1. Integratie en maatschappelijke participatie
In 2017 werd aangevoerd dat verlenging van de naturalisatietermijn de integratie zou belemmeren in plaats van bevorderen.
Volwaardige deelname aan de samenleving wordt juist gestimuleerd door tijdige toegang tot het Nederlanderschap en de bijbehorende rechten en plichten.
De problemen rond inburgeringstrajecten en de ondersteuning van nieuwkomers zijn sinds 2017 niet wezenlijk verbeterd. Het verlengen naar 10 jaar zal deze integratieproblemen eerder vergroten dan oplossen.
(zie o.a. Kamerstukken Eerste Kamer dossier 33 852, debat 26 september 2017)

2. Verdragsrechtelijke bezwaren (vluchtelingen)
De Eerste Kamer stelde destijds dat een langere wachttijd in strijd kan komen met artikel 34 van het Vluchtelingenverdrag, waarin Nederland zich verplicht de naturalisatie van vluchtelingen te vergemakkelijken.
Deze verdragsrechtelijke verplichting is anno 2025 onverminderd van kracht. Een verlenging naar 10 jaar staat daarmee evident op gespannen voet.

3. Rechtszekerheid en billijkheid
In 2017 is beklemtoond dat vreemdelingen die langdurig rechtmatig in Nederland verblijven een gerechtvaardigde verwachting hebben bij de bestaande termijn van 5 jaar. Een plotselinge verdubbeling naar 10 jaar ondermijnt de rechtszekerheid en tast het vertrouwen in de wetgever aan.
De argumenten rond overgangsrecht en onevenredige benadeling van lopende trajecten gelden vandaag evenzeer, en in versterkte mate.

4. Gebrek aan empirisch bewijs
Bij wetsvoorstel 33 852 is reeds vastgesteld dat er geen overtuigend bewijs bestaat dat een langere naturalisatietermijn leidt tot betere integratie of grotere maatschappelijke cohesie. Tot op heden (2025) is dergelijk bewijs nog steeds niet geleverd. Beleidswijzigingen van deze omvang behoren evidence-based te zijn; dat ontbreekt.

De Eerste Kamer heeft in 2017 een verlenging van 5 naar 7 jaar om bovengenoemde redenen verworpen. Geen van de destijds aangevoerde omstandigheden is sindsdien fundamenteel gewijzigd; integendeel, de bezwaren wegen thans zwaarder bij een verlenging naar 10 jaar.