Verlenging naturalisatietermijnen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 1 oktober 2025

Vraag1

U kunt op de gehele regeling en memorie van toelichting reageren.
Ik ben het niet eens met de voorgestelde verlenging van de naturalisatietermijn van 5 naar 10 jaar.

1. Schending van het gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel, verankerd in artikel 1 van de Grondwet en artikel 14 EVRM, vereist dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Personen die reeds 5 jaar legaal in Nederland verblijven, werken, belasting betalen en bijdragen aan de samenleving, hebben naar mijn mening voldoende verbondenheid met de Nederlandse rechtsorde opgebouwd om in aanmerking te komen voor naturalisatie. Het disproportioneel verlengen van deze termijn naar 10 jaar leidt tot ongelijke behandeling zonder objectieve en redelijke rechtvaardiging.

2. Proportionaliteitsbeginsel
Volgens vaste jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (o.a. in zaken over verblijfsrecht en naturalisatie) moeten maatregelen die de uitoefening van rechten beperken proportioneel zijn. Een verdubbeling van de termijn is een zeer ingrijpende maatregel en staat niet in verhouding tot het doel (beperken of controleren van migratie). Het weegt bovendien zwaar op personen die reeds aantoonbaar geïntegreerd zijn.

3. Historische band met Suriname en het Koninkrijk
Vooral voor Surinamers is deze maatregel extra onredelijk. Suriname maakte eeuwenlang deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. Veel Surinamers hebben daardoor een bijzondere historische en culturele band met Nederland. Het is onrechtvaardig om hen dezelfde lange wachttijd op te leggen als personen zonder enige historische relatie met het Koninkrijk. Eerder pleit dit juist voor een soepeler naturalisatiebeleid, of ten minste het behoud van de huidige termijn van 5 jaar.

4. Integratiebevorderend beleid
Het huidige beleid (5 jaar) stimuleert integratie en participatie: men ziet perspectief en zekerheid door eerder aanspraak te kunnen maken op het Nederlanderschap. Door dit perspectief 10 jaar uit te stellen, wordt integratie juist bemoeilijkt. Dit staat haaks op artikel 8 EVRM (recht op privé- en gezinsleven), aangezien langdurige onzekerheid het gezinsleven en de maatschappelijke inbedding aantast.

Conclusie
Ik verzoek daarom met klem af te zien van deze wetswijziging. Indien er toch behoefte is aan aanpassing, zou ten minste een uitzondering moeten gelden voor landen met historische banden met Nederland, zoals Suriname, en voor personen die reeds 5 jaar aantoonbaar bijdragen aan de samenleving.