Verlenging naturalisatietermijnen

Reactie

Vraag1

Met respect wil ik aangeven dat de voorgestelde verlenging van de naturalisatietermijn van vijf naar tien jaar niet zou moeten gelden voor kennismigranten, dat wil zeggen hoogopgeleide werknemers die in schaarstesectoren werken of hier zijn opgeleid. Mijn opmerkingen hebben nadrukkelijk geen betrekking op asielzoekers of andere groepen, aangezien het begrijpelijk is dat de wetgever voor die categorieën andere keuzes kan maken. Voor kennismigranten is een verlenging naar tien jaar echter niet noodzakelijk en ook niet proportioneel in relatie tot het nagestreefde doel van integratie en systeemzekerheid. Ten eerste tast een dergelijke wijziging de rechtszekerheid en het vertrouwen aan van mensen die hun leven al hebben ingericht op basis van de huidige vijfjaarstermijn, die Nederlands hebben geleerd, de inburgering hebben behaald en actief deelnemen aan de samenleving. Het achteraf verleggen van de doelpalen werkt ontmoedigend en kan juist leiden tot het vertrek van het talent dat Nederland wil behouden. Ten tweede zijn er minder ingrijpende en meer doelgerichte middelen beschikbaar om integratie te borgen, bijvoorbeeld door de vijfjaarstermijn te handhaven maar deze te koppelen aan duidelijke voorwaarden zoals ononderbroken arbeid en belastingbetaling, een schoon strafblad en het behalen van taalniveau B1. Ten derde is er een algemeen belang en een veiligheidsbelang dat pleit voor behoud van een kortere termijn voor kennismigranten, aangezien de Nederlandse economie in een tijdperk van kunstmatige intelligentie en toenemende digitale dreigingen juist behoefte heeft aan het aantrekken en vasthouden van hooggekwalificeerd talent. Het uitstellen van het Nederlanderschap betekent ook het uitstellen van doorgroeimogelijkheden, toegang tot functies in de publieke sector, volledige mobiliteit binnen de Europese Unie en ondernemerschap, en vergroot de kans dat talent zich verplaatst naar landen die wel een duidelijk en sneller traject aanbieden. Om die redenen verzoek ik de regering dringend om kennismigranten uit te zonderen van de tienjaarstermijn en voor deze groep een vijfjarig traject in stand te houden dat gebaseerd is op aantoonbare resultaten. Indien de wet toch wordt gewijzigd, is het in ieder geval noodzakelijk om duidelijke bepalingen op te nemen die niet met terugwerkende kracht gelden en die voorzien in overgangsrecht, zodat personen die al vijf jaar in Nederland wonen en bijdragen niet worden benadeeld door een wijziging van de spelregels achteraf.