Verlenging naturalisatietermijnen

Reactie

Vraag1

Sommige respondenten schrijven dat zij zich “nog niet Nederlands voelen” en daarom geen behoefte hebben aan naturalisatie. Dat is hun persoonlijke keuze, maar een keuze vanuit een bevoorrechte positie. Voor velen van ons ligt de situatie anders.

Wij hebben bewust gekozen voor Nederland als ons thuis. Sommigen zijn gevlucht voor instabiliteit of slechte vooruitzichten; anderen hebben juist de kans gegrepen om hier een toekomst voor hun gezin veilig te stellen. Voor ons is Nederland geen tussenstop, maar de plek waar wij de komende decennia ons leven willen doorbrengen.

Die keuze maakten wij op basis van duidelijke regels: vijf jaar legaal verblijf betekende de mogelijkheid tot naturalisatie. Als de doelpalen nu naar tien jaar worden verplaatst, is dat onrechtvaardig en ondermijnt het vertrouwen. Het straft juist de mensen die het land vertrouwden op zijn eigen wetgeving.

Het argument dat je geen burgerschap verdient als je tijdelijk buiten Nederland verblijft, is kortzichtig. Het leven kent onvoorziene omstandigheden: mantelzorg, ziekte of een internationale opdracht. Dat maakt ons niet minder verbonden. Onze banen, belastingafdracht, spaargelden en investeringen blijven hier. Juist burgerschap maakt die lange-termijnbinding veilig.

Wij investeren vanaf dag één: we werken, leren de taal, doen mee in verenigingen en bouwen bedrijven. Wij vragen geen gunst, maar zekerheid om volwaardig te kunnen deelnemen. Integratie begint met intentie. De keuze van enkelen om in een expatbubbel te blijven mag nooit de norm worden. Voor velen van ons is naturalisatie geen luxe, maar een noodzakelijke stap naar gelijkwaardigheid en zekerheid.

Een veelgehoord argument van sommige Nederlanders is dat “buitenlanders meer criminaliteit veroorzaken.” Zulke uitspraken zijn misleidend: CBS laat zien dat verschillen vooral samenhangen met leeftijd en sociaaleconomische positie, niet met nationaliteit. Kennis- en arbeidsmigranten hebben juist een lager criminaliteitscijfer dan gemiddeld in Nederland.

Beleid hoort niet gebaseerd te zijn op emotie of vooroordelen, maar op feiten en op wat Nederland nodig heeft: economische slagkracht, innovatie en voldoende werkenden om de vergrijzing op te vangen.