Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie
Reactie
Naam | Wienerberger BV (F.S. Kleine) |
---|---|
Plaats | Zaltbommel |
Datum | 11 december 2024 |
Vraag1
1. Bent u van plan voor deze regeling een aanvraag in te dienen? Kunt u een korte beschrijving van uw project en de omvang van de onderneming geven?We zijn een onderneming met circa 1.000 medewerkers. We willen graag een totaalpakket indienen waarbij we verduurzamingsplannen voor meerdere installaties in 1 pakket willen aanbieden. Hierdoor bereiken we de minimale vereiste van 10.000 ton besparing per jaar. De plannen betreffen verschillende maatregelen (elektrificatie, waterstof, procesverbetering, aanpassing grondstoffen); hierbij gaat het zowel om het afdekken van extra Capex (met name elektrificatie) als hogere OPEX-kosten.
Vraag2
2. Ziet u in de regeling belemmeringen die u weerhouden om een subsidieaanvraag in te dienen?U kunt in uw toelichting bijvoorbeeld ingaan op:
- past uw project bij de NIKI thema’s?
- sluit de NIKI regeling aan bij uw subsidiebehoefte?
- ziet u knelpunten voor de financiering van uw project?
- zijn de genoemde termijnen voor de finale investeringsbeslissing, start van de investeringsfase en start exploitatie haalbaar voor uw project?
- denkt u in staat te zijn de NIKI rekenmethode voor uw project toe te passen?
- waarom denkt u dat de methode om de disconteringsvoet (WACC) voor uw onderneming te berekenen tot een waarde leidt die acceptabel is in de berekening van de subsidiebehoefte voor uw project?
- ziet u problemen in de samenwerking met andere partijen die u voor uitvoering van uw project nodig hebt?
Knelpunt voor ons is het veilingsysteem waardoor er onzekerheid bestaat of het hele aanvraagtraject wel de moeite waard is. Verder kan het vereiste subsidiebedrag (minimaal 30 MIO EUR) een belemmering vormen. Het zou beter zijn om alleen een minimumbesparing qua tonnen op te nemen zodat ook bedrijven kunnen deelnemen die wel aan de minimumgrens van 10.000 ton voldoen maar (waarschijnlijk) geen kans maken bij een veiling omdat er met minimaal 300 EUR per ton ingeschreven moet worden. Het minimumbedrag van 30 MIO EUR kan ons ertoe dwingen meer subsidie aan te moeten vragen als nodig. Voor Nederland als geheel kan deze subsidie-eis ertoe leiden dat de totale subsidiepot niet effectief besteed kan worden. De NIKI is voor ons een hele interessante regeling omdat wij ook door aanpassing van de grondstofmix (met hogere inkoopprijzen) de CO2-emissie aanzienlijk kunnen reduceren. Voor de dekking van de extra OPEX bestaan er ins ons geval geen goede alternatieve regelingen. Helaas lijkt de opzet van de berekeningssystematiek voor ons een grote belemmering te zijn (zie vraag 3).
Vraag3
3. Is het voor u duidelijk waar u aan moet voldoen voor het indienen van een subsidieaanvraag?U kunt in uw toelichting bijvoorbeeld ingaan op:
- de voorwaarden van de regeling
- de NIKI CO2-emissiereductie rekenmethode
- de rekenmethode voor de NIKI-subsidieberekening
Door uit te gaan van een referentieproduct wordt aan de besparing van de actuele situatie tov de referentiesituatie geen waarde toegekend. De realiteit is dat het in veel sectoren bedrijfseconomisch niet rendabel is om investeren opdat de referentiesituatie behaald wordt. Voor het doel van de NIKI (snelle substantiële besparingen in emissies) kan deze berekenmethode daarom contraproductief uitpakken: installaties die niet tot de best presterende installaties in hun sector zijn kunnen niet investeren in een radicale emissiebesparing en het beschikbare subsidiegeld wordt besteed aan projecten met een beperkte emissiebesparing (alleen het verschil t.o.v. de referentiesituatie) en dus (te) hoge subsidie-intensiteit. Ook de rekenmethode voor de subsidieberekening NIKI is voor ons niet logisch: in de Cash Flow moet de omzet worden meegenomen. Omdat we bestaande installaties willen verduurzamen, zullen we geen extra omzet genereren. Door de bestaande omzet in de berekening mee te nemen, zal het berekende subsidiebedrag flink lager komen te liggen waardoor de terugverdientijd substantieel verhoogd wordt en investeren niet loont. Ook dit lijkt niet te passen bij het doel van de NIKI: bestaande industriële processen verduurzamen en industrie in Nederland behouden. Het is beter om bij de verduurzaming van bestaande processen een subsidie te geven voor de extra kosten en Capex zodat de terugverdientijd acceptabel blijft. Het is niet reel om te veronderstellen dat industriële bedrijven die nu een positieve brutomarge behalen met deze marge zelf de verduurzaming volledig kunnen betalen; vanuit de aandeelhouders zal immers de vraag komen of het alternatief (geen verduurzaming) niet substantieel meer Cash Flow zal opleveren. Voor ons is onduidelijk waarom deze berekenmethode is opgenomen en lijkt ook niet te stroken met de doelstelling van de NIKI (zie Regeling van de Minister van KGG) om industriële ondernemingen die substantieel emissie willen besparen door elektrificatie, waterstof of grootschalige proces-efficiëntie te ondersteunen; in deze Regeling vind ik geen teksten waaruit af te leiden is dat deze rigide berekeningsmethodiek onderdeel van de NIKI moet zijn. In de praktijk zullen hierdoor namelijk veel industriële bedrijven geen gebruik kunnen maken van de NIKI terwijl ze wel de gewenste substantiële besparing in emissie zouden kunnen leveren.
Vraag4
4. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) stelt een lijst met emissiefactoren voor specifieke referentieproducten samen om de CO2 berekening eenvoudiger te maken. Zijn er referentieproducten die u op deze lijst zou willen terugzien?Voor mij is niet duidelijk of de lijst volledig is. Ik kon de lijst niet vinden op de website van het RVO. Het was beter geweest als in het rapport van Royal Haskoning de lijst, desnoods met voorlopige parameter, was opgenomen.
Vraag5
5. In hoeverre vindt u de voorgestelde regeling aantrekkelijk en overweegt u om in 2024, of mogelijk in een latere periode, een project in te dienen onder deze regeling?Ja, wij verwachten zeker een aanvraag te doen indien de totale emissiebesparing (dus niet op basis van de referentiesituatie) meegerekend mag worden en bij de berekenmethode de brutomarge op bestaande afzet niet meegerekend hoeft te worden. Bij voorkeur vragen we reeds in 2025 subsidieaanvraag aan. Voor ons hoofkantoor zijn de nationale subsidieregelingen een belangrijk criterium welke Europese fabrieken voorrang krijgen bij verduurzaming.
Vraag6
6. Wat is voor u een realistische termijn van aankondiging van de subsidieregeling, en van daadwerkelijke termijn tussen de publicatie/openstelling van de regeling, en sluiting daarvan?Minimaal 3 maanden – bij voorkeur 6 maanden (hangt bijvoorbeeld ook af van een eventuele vakantieperiode)
Vraag7
7. Ziet u de regeldruk binnen de NIKI als een belemmering om een aanvraag in te dienen? Zo ja, wat zijn volgens u de grootste belemmeringen binnen de NIKI en kunt u aangeven of dit gerelateerd is aan de omvang van uw onderneming?U kunt in uw toelichting bijvoorbeeld ingaan op:
- De verplichtingen van de aanvrager bij aanvraag
- De verplichtingen van de aanvrager gedurende de subsidieperiode
- De handleiding rekenmethode
- De CO2-emissiereductie methode
- Het klimaatplan, inclusief de onderliggende onderbouwing voor de vaststelling van het aantal dispensatierechten.
De regeldruk op zichzelf is geen issue. Het is vooral een inschatting of we serieus kans maken op het behalen van subsidie. Door het veilingsysteem zullen we overwegen of we de kosten voor een subsidieaanvraag wel willen maken. Alternatief zou een soort van getrapte veiling kunnen zijn waarbij alle projecten die inschrijven kans maken op subsidie door voor iedere bandbreedte een bepaald bedrag ter beschikking te stellen en via loting toe te kennen.