Novelle strafbaarstelling illegaal verblijf

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Haarlemmermeer
Datum 13 september 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Bezwaren tegen het nieuwe asielwetsvoorstel

1. Verkorting verblijfsvergunning bepaalde tijd (van 5 naar 3 jaar, art. 28 Vw 2000)

Dit creëert voortdurende onzekerheid voor statushouders en belemmert integratie (huisvesting, werk, taal).

Het kan strijdig zijn met het rechtszekerheidsbeginsel en met de EU-Kwalificatierichtlijn die beoogt duurzame bescherming te bieden.

De Raad van State heeft benadrukt dat de effecten van deze wijziging onvoldoende zijn onderbouwd.


2. Schrappen van verwijzingen naar de verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd (art. 33 Vw 2000)

De afschaffing van een duurzame verblijfsstatus staat haaks op het doel van internationale bescherming, namelijk het bieden van bestendige zekerheid aan vluchtelingen.

Dit kan botsen met Europese regelgeving en leidt tot een structurele staat van onzekerheid.


3. Beperking gezinshereniging (drie-maandstermijn, art. 29 Vw 2000)

Een termijn van drie maanden voor nareis is in strijd met de EU-Gezinsherenigingsrichtlijn en eerdere jurisprudentie.

Dit beperkt fundamentele rechten van gezinnen en kan leiden tot langdurige scheiding van kinderen en ouders.


4. Inperking procedurele waarborgen (aanpassing art. 39–41, beperking Awb-bepalingen)

Het uitsluiten van de artikelen 4:7 en 4:8 Awb ondermijnt het recht om gehoord te worden en in te spreken bij besluitvorming.

Dit tast de beginselen van behoorlijk bestuur en het recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM) aan.

De Raad van State heeft hierop zware kritiek geleverd.


5. Uitbreiding gronden voor kennelijk ongegrond verklaren (art. 31a nieuw)

Het risico bestaat dat asielaanvragen worden afgewezen zonder inhoudelijke beoordeling.

Dit kan leiden tot schending van het non-refoulementbeginsel, een kernnorm in het Vluchtelingenverdrag en het EVRM.


6. Criminalisering van hulp aan ongedocumenteerden

Het strafbaar stellen van hulpverlening aan mensen zonder verblijfsstatus is disproportioneel.

Dit ontmoedigt maatschappelijke organisaties en burgers om humanitaire hulp te bieden, wat indruist tegen mensenrechtennormen en het proportionaliteitsbeginsel.


7. Normalisering van noodmaatregelen en verzwakking parlementaire controle

Het frequent toepassen van noodmaatregelen dreigt een permanente uitzonderingstoestand te creëren.

Dit ondermijnt de democratische rechtsstaat en de rol van het parlement in de controle op de uitvoerende macht.