Aanvullingswet grondeigendom (Omgevingswet)
Reactie
Naam
|
Van der Feltz advocaten (mr. W.J.E. van der Werf)
|
Plaats
|
's-Gravenhage
|
Datum
|
15 september 2016
|
Vraag1
Hoe beoordeelt u de procedurele en inhoudelijke waarborgen die dit wetsontwerp bevat voor eigenaren en belanghebbenden?
Graag willen wij een lans breken om de Onteigeningswet buiten de Omgevingswet te houden, al was het maar om duidelijk te maken dat de eigenaar die op de nominatie staat om onteigend te worden, niet zomaar een burger is die met de overheid te maken krijgt.
De eigenaar heeft van oudsher een bijzondere positie en heeft van oudsher extra bescherming genoten, geïnspireerd op de Grondwet, en sinds 1952 ook nog geinspireerd door art 1 Eerste Protocol van het EVRM.
Met die bijzondere positie verdraagt zich niet dat de behandeling
van de eigenaar verslechtert, onder meer doordat de ambtshalve toetsing op het departement wegvalt en de ambtshalve toetsing door
de Raad van State in het kader van de goedkeuring resp. in het kader
van de totstandkoming van het onteigeningsKB komt te ontbreken.
Het verplichte advies van een nog op te tuigen adviescommissie compenseert dat wegvallen zeker niet geheel.
Met die bijzondere positie verdraagt zich ook niet dat de bemoeienis
van de rechter afhankelijk zou worden van door de eigenaar te nemen initiatieven en stappen, met het gevolg dat de eigenaar opeens wordt geconfronteerd met nieuwe risico’s, die weliswaar in het gewone bestuursrecht normaal zijn, maar die hem tot dusver bespaard zijn gebleven.
Net zoals in het schadeloosstellingstraject het aanbod van de onteigenaar niet beslissend is in het geval de gedaagde eigenaar verstek laat gaan: de rechter neemt de zaak dan ambtshalve ter hand (descente, advies van deskundigen, horen van belanghebbenden die zich tot het laatste moment mogen melden, voordat de rechter zelfstandig besluit wat de juiste schadeloosstelling is).
Genoemde nieuwe risico’s vormen in de praktijk een extra belasting voor de burger en zijn raadsman, zoals iedere advocaat met ervaring in het algemeen bestuursrecht kan bevestigen.
Die extra belasting spoort bovendien niet met de motie Veldman/Ronnes,
die de Tweede Kamer op 8 maart 2016 heeft aangenomen.
De aparte Onteigeningswet markeert de bijzondere positie van de eigenaar zowel in de administratiefrechtelijke als in de privaatrechtelijke
fase van het onteigeningsgebeuren.
Met vriendelijke groet,
namens Van der Feltz advocaten N.V.
Mr. J.G. de Vries Robbé
Mr. G.C.W. van der Feltz
Mr. M.E. Gelpke
Mr. J.A.M.A. Sluysmans
Mr. J.J. van der Gouw
Mr. W.J.E. van der Werf
Mr. W.J. Bosma
Mr. R. Wiegerink