Consultatie conceptprogramma ondernemerschap culturele sector

Reactie

Naam Vereniging De Hollandsche Molen (L.M. Endedijk)
Plaats Amsterdam
Datum 24 april 2012

Vraag1

A) Communicatie Geven aan Cultuur

1. Wat zijn volgens u belangrijke momenten waarop culturele instellingen hun publiek (individueel of collectief) voor het verkrijgen van giften kunnen bereiken?
2. Kent u goede voorbeelden van culturele instellingen of individuele creatieve makers die succesvol zijn geweest in het verkrijgen van giften?
1. Bij erfgoedinstellingen, en specifieker bij organisaties die zich ten doel stellen de instandhouding van historische molens, zijn belangrijke monumenten een aanstaande restauratie (eenmalige giften) dan wel jaarlijkse ondersteuning in verband met noodzakelijk onderhoud (structurele giften en lidmaatschappen).
2. De Hollandsche Molen is als koepelorganisatie succesvol in fondsenwerving en plaats fondsenwerving centraal in haar meerjarenbeleidsplan. Een ander voorbeeld is een lokale molenstichting in het Groningse Onderdendam, waar meer dan 80% van de huishoudens bij aangesloten is.

Vraag2

B) Mecenaatmakelaar

1. Welke expertise (uit de culturele en private sector) moeten vertegenwoordigd zijn in de raad om een gedegen toewijzing mogelijk te kunnen maken?
2. Aan welke voorwaarden moeten individuele creatieve makers en kleine culturele instellingen voldoen om gebruik te kunnen maken van de faciliteiten van de mecenaatmakelaar?
1. In de eerste plaats inhoudelijke kennis van het werkveld. Ten tweede kennis van fondsenwerving en m.n. de wereld van (culturele) fondsen. En tenslotte kennis van de administratieve processen die komen kijken bij fondsenwerving.
2. Instellingen moeten een non-profit doelstelling hebben en een Anbi-status. Verder moeten instellingen een concrete geefvraag hebben.

Vraag3

C) Onderzoeksprogramma naar de fiscale aspecten van cultuurmecenaat

Ontbreken er volgens u nog kennisvragen voor het onderzoeksprogramma? Zo ja, waar denkt u dan aan?
Binnen de erfgoedsector en specifiek de sector molens zijn intermediairs die nu al een schakelrol vervullen in het matchen van vraag en aanbod. De Hollandsche Molen vervult die rol op landelijk gebied. Van belang is deze kennis te gebruiken en organisaties als deze te faciliteren.

Vraag4

D) Versterking van ondernemerschap bij individuele creatieve makers en kleine instellingen

1. Welke competenties en thema’s zijn volgens u het belangrijkst voor het versterken van het ondernemerschap bij kleine culturele instellingen en individuele kunstenaars/creatieve makers?
2. Welke onderwerpen moeten volgens u bij het aanbod van een programma in 2013 en 2014 centraal staan?
1. Het belangrijkste is dat instellingen leren te denken in termen van ondernemerschap, niet in subsidieafhankelijkheid.
2. Werven voor een concreet, eenmalig doel enerzijds. Anderzijds hoe een duurzame relatie op te bouwen met gevers en fondsen.

Vraag5

E) Leiderschapsprogramma Cultuursector

1. Wat zijn volgens u de belangrijkste competenties en/of thema’s waar het leiderschapsprogramma zich op moet richten?
2. Heeft u opvattingen over de inrichting van het programma?
3. Zijn er naast het ‘voorbeeldfunctie’-principe nog andere methoden om vanuit een netwerkperspectief het leiderschap duurzaam te versterken? Zo ja, waaraan denkt u dan?
1. Zie antwoord op vraag 3.
2. Naar mijn mening moet voorop staan hoe bestaande organisaties die zich nu al onderscheiden als leidinggevend als intermediar tussen culturele instellingen enerzijds en gevers en fondsen anderzijds versterkt en gefaciliteerd worden. Gewaakt moet worden voor het plompverloren creëren van nieuwe organisaites, waardoor de reeds bestaande kennis en ervaring niet gebruikt wordt.
3. De eerder genoemde intermediaire functie.

Vraag6

Heeft u nog overige opmerkingen en/of suggesties voor de in de notitie beschreven acties?
Geen.