Onderwijs op een andere locatie dan school
Reactie
Naam
|
dhr B van Berchum
|
Plaats
|
Papendrecht
|
Datum
|
20 januari 2017
|
Vraag4
Voorgesteld wordt dat kinderen via het volgen van thuisonderwijs aan de leerplicht kunnen voldoen indien het thuisonderwijs aan minimum kwaliteitsnormen voldoet waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Onderzoek uit Amerika, waar thuisonderwijs al tientallen jaren een volledig geaccepteerde onderwijsvorm is, heeft laten zien dat ouders door de hechte omgang met hun kinderen kwalitatief zeer goed onderwijs geven. De kwaliteitsnormen die worden gesteld door een ouder minimaal een HBO opleiding te hebben laten doen is derhalve niet nodig. Het getuigt van een overwaardering van een diploma en een onderwaardering van de toewijding en inzet van een gemotiveerde ouder.
Voor mij als iemand met een HBO diploma is het in de striktste zin werkbaar omdat dat diploma mij het recht zou geven op het geven van thuisonderwijs. Maar om op die ene grond, dat diploma, te concluderen dat mijn thuisonderwijs daarmee kwalitatief dik in orde is, getuigt van naïviteit.
Het wetsvoorstel waarop ik reageer zie ik als een mal. De mal heeft de vorm van traditioneel, klassikaal onderwijs. Thuisonderwijs wordt naar mijn idee in die mal gepropt. Maar dat past niet.
Dat levert vreemde resultaten op zoals ouders die moeten aangeven wanneer er vakantie is. Thuisonderwijs kent geen vakantie omdat het gezin bijna altijd bij elkaar is en er op al die momenten, informeel geleerd wordt.
Voor de inspectie ben ik als thuisonderwijzer echter ook schooldirecteur, onderwijzer en ouder ineen. Al die rollen lopen door elkaar en scheiding daarvan wordt door de nieuwe wet niet geregeld. Als de inspectie mijn onderwijs niet goed vind, heb ik geen instantie om bezwaar te maken of tijd om mij te verbeteren. Het negatieve advies heft mijn thuisonderwijs op.
Het grootste probleem/risico met het huidige wetsvoorstel is dat het geen recht doet aan de passie waarmee thuisonderwijzer les geven. Het voorstel ademt repressie en belemmering. Ik zie het niet als een verruiming van artikel 23 van de grondwet.
Vraag5
Hoe zou een thuisonderwijzer zijn pedagogisch-didactische bekwaamheid kunnen aantonen? Kunt u dit toelichten?
Hoe kan een ouder aantonen dat hij geschikt is om zijn kind te leren praten? Hoe toont een ouder aan dat hij zijn kind kan leren fietsen. Hoe toont een ouder aan dat hij zijn kind kan helpen met het bouwen van een huis van Lego?
In het algemeen dagelijkse leven blijken ouders hun kinderen veel dingen zelf te kunnen aanleren. De thuisonderwijzer is daarin niet anders.
Daarnaast is in de huidige tijd zo veel informatie beschikbaar: via bijv internet zijn vele sites met artikelen, foto's, film en geluid ter beschikking dat via diverse didactische vormen en bronnen een kind altijd wel iets vindt dat hem of haar iets leert.
Daarnaast is het zo dat een kind niet exclusief door een onderwijzer iets geleerd hoef te worden. Iemand met een opleiding of hobby in een bepaald gebied, waar de thuisonderwijzer slecht in thuis is, kan veel beter het onderwijs op dat gebied verzorgen dan de thuisonderwijzer.
Iedereen weet toch wel welke dingen hij/zij beheerst en kan overbrengen en op welke gebieden er hulp in welke vorm dan ook nodig is?
Het aantonen van pedagogisch-didactische bekwaamheid lijkt mij in de situatie van thuisonderwijs eerder een beoordeling van de kwaliteiten als opvoeder/ouder.
Dat vind ik niet een taak voor de onderwijsinspectie