Onderwijs op een andere locatie dan school
Reactie
Naam
|
R. Zondag
|
Plaats
|
Oudewater
|
Datum
|
31 januari 2017
|
Vraag1
Voorgesteld wordt dat leerlingen in bijzondere gevallen met rijksmiddelen tijdelijk onderwijs kunnen volgen bij een niet-bekostigde school. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Niet van toepassing, zie toelichting bij vraag 4.
Vraag2
Voorgesteld wordt dat sportieve en culturele toptalenten in het basisonderwijs mogen afwijken van de onderwijslocatie en onderwijs mogen volgen buiten reguliere lestijden, als daarover overeenstemming wordt bereikt tussen ouders en de school. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Niet van toepassing, zie toelichting bij vraag 4.
Vraag3
Voorgesteld wordt dat leerlingen die met hun ouders langdurig in het buitenland verblijven tijdelijk onderwijs op afstand kunnen volgen, als daarover overeenstemming wordt bereikt tussen ouders en de school. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Niet van toepassing, zie toelichting bij vraag 4.
Vraag4
Voorgesteld wordt dat kinderen via het volgen van thuisonderwijs aan de leerplicht kunnen voldoen indien het thuisonderwijs aan minimum kwaliteitsnormen voldoet waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt. Welke effecten verwacht u van dit voorstel? Is dit voorstel voor u in de rol van ouder, leraar of onderwijsbestuurder werkbaar? Zo nee, waarom niet? Kleven er volgens u risico’s aan de voorgestelde maatregelen? Zo ja, welke?
Ik reageer op deze internetconsutatie als ouder die thuisonderwijs geeft. Aangezien vraag 1-3 niet over thuisonderwijs gaan, beperk ik mijn reactie tot vraag 4 en 5.
Onze oudste zoon is zes en krijgt thuisonderwijs. Sinds hij eind 2015 vijf jaar werd, maken wij rechtmatig gebruik van de vrijstelling zoals deze staat beschreven in LpW art. 5b.
Het is voor ons problematisch om vooraf toe te zeggen hoe wij het onderwijs vorm zullen geven. Dit doet geen recht aan de organische aard van thuisonderwijs. Uiteraard kijken wij vooruit en maken wij plannen. De groei en ontwikkeling van een kind wordt echter beïnvloed door vele factoren en gaat doorgaans niet geleidelijk, maar met schijnbare stilstand en dan weer met sprongen vooruit. Het unieke van thuisonderwijs is dat je gemakkelijk hierbij aan kunt sluiten, ook al verloopt deze ontwikkeling onvoorspelbaar en grillig. Het vooraf opstellen van een onderwijsplan waaraan wij vervolgens gehouden worden, zou voor ons praktisch een heel andere werkwijze betekenen. Ik verwacht dat het neerkomt op veel papierwerk met weinig meerwaarde, omdat de route niet altijd een jaar vooruit te stippelen is. Ik zou het jammer vinden van de tijd die dit papierwerk vergt – kostbare tijd die ik veel liever direct in de kinderen zelf zou investeren.
De eis voor Nederlandstalig onderwijs komt vreemd op mij over, omdat er, met het oog op onze internationale samenleving, juist veel te zeggen is voor het op jonge leeftijd in aanraking komen met Engels (of een andere tweede taal). Er worden zelfs speciale scholen opgericht voor tweetalig onderwijs. Het blijkt ook voor de algemene ontwikkeling van kinderen goed te zijn. Daar komt bij dat er vanwege de grotere omvang van thuisonderwijs in Engelstalige landen, er veel Engels materiaal beschikbaar is, dat door deze eis niet meer bruikbaar zou zijn voor ons.
Het lijkt mij irrelevant om te toetsen op sociale en emotionele veiligheid, aangezien het onderwijs niet bij derden plaatsvindt maar in het eigen gezin - de plek bij uitstek waar een kind verzekerd is van een veilige en liefdevolle omgeving. [En mocht dit in bepaalde gezinnen onverhoopt niet het geval zijn, dan heeft de overheid al andere mogelijkheden tot haar beschikking om voor deze kinderen op te komen.]
Vraag5
Hoe zou een thuisonderwijzer zijn pedagogisch-didactische bekwaamheid kunnen aantonen? Kunt u dit toelichten?
Het onderwijzen van je eigen kind is een boeiend proces waarin je als ouder op vele terreinen wordt uitgedaagd je te ontwikkelen. Ik zie een grote meerwaarde in het contact met andere thuisonderwijzers. Door middel van intervisie trajecten geven wij op professionele wijze waardevolle informatie en ervaring aan elkaar door. Wij vormen ons ook door het lezen van boeken en het bezoeken van seminars.
Wij doen dit werk in geloof en in opdracht van God, aan wie wij ook verantwoording hebben af te leggen. Daarom zou de overheid zich volgens ons een zeer bescheiden rol kunnen aanmeten in de controle op het thuisonderwijs. En als er al getoetst moet worden, dan eerder achteraf dan al op voorhand. Andere ouders hoeven immers ook geen proeve bekwaamheid af te leggen.