Wetsvoorstel lesbisch ouderschap

Reactie

Naam C.W.J. van der Klij
Plaats Halsteren
Datum 22 december 2009

Vraag1

Opmerking betreffende het geregistreerd partnerschap

De afstammingsrechtelijke gevolgen van het geregistreerd partnerschap zullen op dezelfde wijze worden vormgegeven als die van een huwelijk. Dit betekent dat ook het ouderschap van de duomoeder van rechtswege bij geboorte kan ontstaan, als zij een geregistreerd partnerschap heeft met de moeder en de moeder een verklaring van de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting overlegt bij de aangifte geboorte van het kind. In deze wijziging zal afzonderlijk worden voorzien. Het uitgangspunt is dat de regelingen gelijktijdig in werking zullen treden.
Ik ben helemaal voorstander.
Dit is weer een stap voorwaarts, welke de rechten en plichten van ierder persoon gelijkmaakt, ongeacht afkomst, seksualiteit en godsdienst
Ik sta volledig achter de bewuste keuze van het ouderschap om dit volledig rechtsgeldig te maken voor ieder echtpaar. Zowel het ouderschap tussen man en vrouw en vrouw en vrouw.

Vraag2

Wat is uw visie op het voorontwerp en de toelichting daarop?
Bij het ouderschap met een duomoeder wordt door het echtpaar, welke bestaat uit vrouw en vrouw, een bewuste keuze gemaakt om samen een kindje op te voeden.
De biologische moeder heeft hierbij de zekerheid, dat het kind van rechtswege het recht heeft om de opvoeding e.d te genieten van de meemoeder.
De meemoeder heeft hierbij dezelfde zorgplicht als de biologische moeder.
De meemoeder heeft hierbij de zekerheid, dat bij bv overlijden van de biologische moeder, het kind niet weggehaald word.
Alle rechten en plichten ten opzichte van het kind zijn bij wet geregeld, waardoor het kind niet in een uitzonderingspositie terecht komt.

Vraag3

In het voorstel wordt geregeld dat het ouderschap door de rechter kan worden vastgesteld van de vrouw die als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de bevruchting van het kind tot gevolg kan hebben gehad. Evenals dit nu reeds mogelijk is bij de man die hiermee als levensgezel van de moeder heeft ingestemd. Dit betekent een wijziging van Boek 1, Titel 11, Afdeling 4 (Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap).

Deze wijziging kan op verschillende manieren worden vormgegeven:
A. In het voorontwerp is de “gerechtelijke vaststelling van het vaderschap” omgedoopt tot de “gerechtelijke vaststelling van het ouderschap”. Onder ouderschap wordt zowel vaderschap als moederschap begrepen.

B. Ook is het mogelijk om een aparte afdeling (Afdeling 4a) te maken voor de gerechtelijke vaststelling van het moederschap. De huidige Afdeling 4 blijft dan ongewijzigd.

C. Daarnaast is denkbaar dat Afdeling 4 wordt gewijzigd in “Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en het moederschap”. In de artikelen 207 en 208 zal dan vervolgens ook een onderscheid worden aangebracht tussen vader(schap) en moeder(schap) ( “Het vaderschap van een man of het moederschap van een vrouw kan … etc”).

Graag vernemen wij waar uw voorkeur naar uitgaat.
Mijn voorkeur gaat uit naar A. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen vaderschap en moederschap.