Pakketwijziging 2023-1 Nationaal Frequentieplan 2014

Reactie

Vraag1

144 - 146 MHz en 430 - 440 MHz zijn traditioneel de twee belangrijkste radioamateurbanden. Dit vanuit de historie van de amateurdienst in de afgelopen 40 jaar, maar ook omdat het nog niet zolang geleden is dat dit voor novice-amateurs de enige twee banden die waren toegestaan.
De amateurdienst is daarnaast een dienst van luisteren naar zwakke signalen, vergelijkbaar met bijvoorbeeld radio-astronomie. De activiteit qua zenden is misschien niet zo groot. Dat is echter geen maat voor het gebruik van de banden. Er wordt veel geluisterd. Het is daarvoor echter essentieel dat de beluisterde frequenties leeg zijn, d.w.z. dat er geen storing op zit en deze ook niet bezet worden door andere gebruikers.
De afgelopen jaren is de amateurdienst in dit opzicht (op de meeste van haar banden) al geconfronteerd met een vrij catastrofaal hoger storingsniveau dat ons in onze mogelijkheden in veel gevallen ook flink heeft beperkt.
Voeg dit samen met de heel slechte ervaringen die we al vanaf begin van het medegebruik op 433 en 434 MHz en in iets mindere mate rond de hogere frequenties van de band hebben moeten accepteren, en het wordt duidelijk dat het voornemen leidt tot nog veel grotere problemen en een verdere inperking van de mogelijkheden van de radioamateurdienst. Het bandgedeelte van 430 - 432 MHz uit het voorstel is in gebruik t.b.v. repeateringangen. Dat betreft ontvangers op een hoge locatie, die uitsluitend goed werken zonder dat er andere signalen te horen zijn, en ook bij een hoger ruisniveau (bijv. bij spread-spectrum) worden deze ontvangers in hun werking beperkt.
In het bandgedeelte 436 – 438 MHz opereren amateursatellieten. Andere signalen in dat gebied zijn schadelijk voor de ontvangst van de zwakke signalen uit de ruimte. Het bandgedeelte 438 – 440 MHz wordt in Nederland en omliggende landen ook gebruikt t.b.v. enkele repeateringangen.

Bij 'Wat verandert er?' staat bij het voorstel ‘Enkele wijzigingen zijn erop gericht om nieuw gebruik te stuiten zonder dat het bestaande gebruik nu wordt beperkt’. Daar is absoluut geen sprake van!
Ik ben er van overtuigd dat er na verloop van tijd heel veel gaat veranderen en dat de radioamateurdienst door toenemende overlast ernstig en blijvend zal worden beperkt.
Kortom, mijn zienswijze is dat dit een heel slecht voorstel is.

Bijlage