Passend onderwijs
Reactie
| Naam | Onderwijscentrum Het Roessingh (Drs. H. Zwart-Bruins) |
|---|---|
| Plaats | Enschede |
| Datum | 17 februari 2011 |
Vraag1
Wat is uw reactie op het wetsvoorstel? M.a.w.: Welke inhoudelijke suggestie(s) hebt u om het voorstel te verbeteren?Geef hierbij a.u.b. aan in welke hoedanigheid u uw reactie geeft (leraar, ouder, schoolleider, leerling, ambulant begeleider etc.)
De aanname dat de groei van het aantal leerlingen afkomstig is uit het regulier onderwijs gaat in ieder geval voor 1 groep kinderen niet op. Dit betreft de groep ernstig verstandelijk gehandicapte kinderen (IQ<35) die voorheen ontheffing van de leerplicht had en geen onderwijs kreeg maar dagbesteding had op het Kinder Dag Centrum zat of in de leefgemeenschap. Sinds 2002 is het recht op onderwijs gaan gelden voor alle kinderen. Sindsdien gaat een groeiende groep kinderen die voorheen geen onderwijs genoot, naar school.
Het betreft hier kinderen die een IQ<35 hebben, vaak aangevuld met ernstige lichamelijke of zintuiglijke handicaps, kinderpsychiatrische stoornissen en gedragsproblemen. In de afgelopen jaren zijn deze kinderen voor het eerst naar school gegaan, overwegend cluster 3 onderwijs met een MG indicatie. Voorheen was vanwege de ernstige problematiek een schoolplaatsing niet mogelijk.
Op mijn school is deze groep kinderen tussen 2005 en 2010 gegroeid van ongeveer 25 naar ongeveer 50 kinderen. Een enorme groei, die tot uiting brengt dat het recht op onderwijs voor steeds meer kinderen gerealiseerd wordt.
Het korten op het budget speciaal onderwijs voor deze doelgroep is onterecht. De groei voor deze groep wordt gecompenseerd door krimp in de zorginstellingen. De betreffende kinderen hebben immers geen dagbesteding op dagcentra of binnen instellingen meer nodig. Daar moeten dus financiele middelen overblijven wegens terugloop in kinderen.
Gezien het wettelijk recht op onderwijs zal deze groep naar school moeten blijven kunnen gaan. De groei van het aantal kinderen is terecht en past binnen het grondwettelijk recht op onderwijs. Deze groei zal komende jaren alleen maar doorgaan. Het korten van het speciaal onderwijs omdat er kinderen naar school gaan die voorheen niet naar school gingen is onterecht en brengt voor hen de toegankelijkheid van het onderwijs ernstig in gevaar.
Mijn inziens is het beter om deze groep kinderen buiten de voorgestelde hervorming van het onderwijs te houden en aparte budgetten beschikbaar te stellen om aan het recht op onderwijs van deze kinderen tegemoet te komen, waarbij overheveling van vrijgekomen gelden uit dagbesteding naar onderwijs een logische gedachte is.