Passend onderwijs

Reactie

Vraag1

Over het algemeen kan gesteld worden dat veranderingen in het (basis) onderwijs meestal ontstaan vanachter een bureau; de voorstellen zijn vrijwel louter kostenbesparend en niet gerelateerd aan de dagelijkse praktijk. Bovendien missen ze een goed doordachte visie. Veranderingen zijn alleen maar zinvol als er een doordachte facilitering tegenover staat. Botweg bezuinigen is dan niet het geëigende middel.
Passend onderwijs en Weer samen naar school kunnen alleen maar samengaan als de man/vrouw op de werkvloer passend gefaciliteerd worden. Nu staat er een leerkracht voor een groep van dertig kinderen waaronder soms drie ADHDers en een kind met Asperge. Verwacht wordt van deze leerkracht dat ieder kind (ook de kinderen zonder indicatie) adaptief bediend worden. Ik meen dat een minister ook zijn/haar ambtenaren tot zijn/haar beschikking heeft heeft om allerlei fantastische plannen uit te voeren!
Suggesties:
- drie leerkrachten voor twee (parallel) groepen. Dit kan gerealiseerd worden door zg. "juniorleerkrachten" aan te stellen, pas afgestudeerden die nog geen groepservaring hebben maar dit zich in een of twee jaar eigen kunnen maken. Zij kunnen dan veel ervaring opdoen: hoe maak ik een rapport, hoe voer ik (moeilijke) oudergesprekken enz.
- seniorleerkrachten (55plussers) in bovenstaande functie aanstellen zodat oudere leerkrachten niet 'uitgewoond' worden en op een pretige en zinvolle wijze hun pensioen kunnen halen.
Er zijn nog veel meer goede manieren op te noemen om passend onderwijs te realiseren maar dat zou in dit bestek te lang worden.
De plannen die de minister nu voorstaat, zijn echter desastreus en moeten met alle middelen voorkomen worden.
Het onderwijs 'an sich'is er niet voor om op te bezuinigen; zoek het dan maar in de gigantische overheadkosten, dan komt de minister een heel eind.

Hetty Franzani, gepens. adjunct-dir. basisonderwijs.