Passend onderwijs

Reactie

Naam WLM Janissen
Plaats Rosmalen
Datum 2 maart 2011

Vraag1

Wat is uw reactie op het wetsvoorstel? M.a.w.: Welke inhoudelijke suggestie(s) hebt u om het voorstel te verbeteren?

Geef hierbij a.u.b. aan in welke hoedanigheid u uw reactie geeft (leraar, ouder, schoolleider, leerling, ambulant begeleider etc.)
Ik ben vader van een doof kind. Mijn dochter is vanaf haar geboorte doof en is volledig aangewezen op gebarentaal om te communiceren met haar omgeving. Dit betekent dat ook geschreven taal voor haar een grotere barriere is omdat zij vanuit een beeldtaal denkt en dus niet vanuit een gesproken taal. Het aanbieden van kennis gaat alleen wanneer hier extra aandacht en tijd voor is en wanneer dit gebeurt door leerkrachten die gebarentaal beheersen. Voor Kentalis waar mijn dochter naar school gaat zullen de bezuinigingen van 22% voor Cluster 2 enorme gevolgen hebben. Het specialistische onderwijs biedt ruimte om mijn dochter haar identiteit te laten ontwikkelen van doof kind naar een trotse dove volwassene met voorbeeldfiguren in haar omgeving. Dat is niet mogelijk op een reguliere school waar zij altijd de enige dove persoon zal zijn die met niemand kan communiceren zonder tolk. Juist in de ontwikkelingsfase van kinderen is het zo belangrijk dat ze zich omgeven weten door gelijken en ook volwassen voorbeeldfiguren om zich heen hebben.
Graag wil ik een voorstel voor verbetering aandragen. Laat kinderen tot en met groep 4 in het basisonderwijs wel 1 dag per week meelopen in het reguliere onderwijs met een gebarentolk. Dit is goed voor de sociale inbedding in de buurt. Dat zou al een bezuiniging kunnen opleveren wanneer alle scholen daarvoor een vaste dag hanteren. De overheid kan daarin sturend zijn. Na groep 4 wordt het onderwijs zo talig dat het voor dove leerlingen niet meer te volgen is zonder veel extra aandacht van de leerkracht bij het uitleggen van het Nederlands, ook worden de contacten met andere kinderen taliger waardoor de dove kinderen letterlijk afhaken. Juist dan is het belangrijk dat ze zich in een dove omgeving verder kunnen ontwikkelen. Dus vanaf groep 4 t/m het middelbare schooldiploma moet het mogelijk zijn om volledig naar speciaal dovenonderwijs te gaan. Vervolgens zullen deze kinderen hun weg vinden in het reguliere onderwijs met extra ondersteuning, maar dan is er in ieder geval een goede basis gelegd en hebben zij een eigen dove identiteit waar ze trots op kunnen zijn.
Volledig in het reguliere onderwijs zal leiden tot minder mogelijkheden om kennis op te doen voor dove leerlingen, minder kinderen met diploma's, meer kinderen in een afhankelijke positie en met een lage zelfwaardering en dus uiteindelijk meer jonge volwassenen die geen kans maken op de arbeidsmarkt en in de bijstand terecht komen en voor de maatschappij hogere kosten.