Passend onderwijs

Reactie

Naam Basisschool (MaSEN JHJM Dahlmans)
Plaats Kerkrade
Datum 28 februari 2011

Vraag1

Wat is uw reactie op het wetsvoorstel? M.a.w.: Welke inhoudelijke suggestie(s) hebt u om het voorstel te verbeteren?

Geef hierbij a.u.b. aan in welke hoedanigheid u uw reactie geeft (leraar, ouder, schoolleider, leerling, ambulant begeleider etc.)
Ten eerste vind ik dat de proefperiode te kort is geweest om te kijken waarom het aantal rugzakken in het onderwijs stijgt en of het bestaan van het rugzakje zorgt voor meer diagnoses bij kinderen. Pas na 8 jaar is de eerste lichting leerlingen van de basisschool af (zij hebben dan een hele cyclus doorlopen) en pas daarna kan gekeken worden of, rekeninghoudend met de uitstroom in groep 8 en de instroom in groep 1, het aantal leerlingen met een LGF- indicatie in de daaropvolgende jaren gelijk blijft. Daarnaast is er ook een explosieve groei van LWOO- indicaties in het V.O. te zien. Voordat men besluit om een regeling af te schaffen omdat hij (kort door de bocht) te duur is, moet er eerst onderzocht worden hoe het komt dat er steeds meer indicaties bij komen.

Zelf pleit ik voor een structuur waarin de SBO- en REC- scholen (inclusief AB-ers) blijven bestaan, behorende bij een regionaal samenwerkingsverband. Ook moet er een onafhankelijke commissie komen (niet verbonden aan het samenwerkingsverband) welke bepaalt hoeveel zorg een leerling nodig heeft. Om te komen tot een kostenverlaging zou overwogen kunnen worden dat de school, wanneer een leerling extra hulp nodig heeft, dit aanvraagt bij deze onafhankelijke commissie. Wanneer de vast staande bedragen voor rugzakken losgelaten zouden worden, zou deze commissie, op basis van een onderwijskundig rapport (aangevuld met een of meerdere observaties door bijv. een onafhankelijke psycholoog/ orthopedagoog) kunnen bepalen of en zo ja hoeveel hulp deze leerling nodig heeft. Op basis van deze hulpbehoefte wordt een AB- er voor een bepaald aantal uren toegewezen en ontvangt de school een budget om de zorg te realiseren. Aangezien er veel verschillende stoornissen zijn, zijn ook de hulpbehoeften van de ene leerling misschien lager (of juist hoger) dan die van een andere leerling waardoor er dus verschillende bedragen toegekend kunnen worden.

De expertise vanuit het SBO/ SO mag absoluut niet verloren gaan. Men kan toch niet verwachten dat wanneer een leraar (die zijn handen nu al vol heeft) een cursus volgt, dezelfde expertise als een AB- er heeft? En hoeveel cursussen zou de leraar dan moeten volgen? Het komt immers wel vaker voor dat je diverse leerlingen met verschillende beperkingen in een klas bij elkaar hebt (denk aan leerlingen met een beperkt IQ, ASS, ADHD, een motorische stoornis, etc.)

Een intern begeleider van een reguliere basisschool met veel hulpbehoevende leerlingen