Passend onderwijs

Reactie

Vraag1

Mijn reactie is als ouder van een doof kind van 17 jaar dat nu bij VSO voor Dove leerlingen in Haren vmbo-tl volgt.
Mijn grootste zorg is dat de keus om onderwijs in de moedertaal van dove kinderen, nl. Nederlandse Gebarentaal, in feite onmogelijk wordt gemaakt door een bezuiniging van 22% op cluster 2 in te voeren.
Te gemakkelijk wordt aangenomen dat kinderen met een CI als horend gaan functioneren en in het regulier onderwijs goed terecht kunnen met wat ondersteuning. Na 11 jaar ervaring met een kind met een CI kan ik stellen dat deze kinderen doof blijven. Gelukkig kunnen ze meer horen en beter 1 op 1 communiceren. Maar horend zijn ze niet en in groepsgesprekken is het voor dove kinderen heel moeilijk om zo'n gesprek goed te volgen, laat staan daar adequaat deel aan te kunnen nemen.
Door de keuze voor regulier onderwijs te maken ben ik bang dat de beschikbare capaciteit vooral wordt ingezet op leerlingen die naar het reguliere onderwijs gaan. Op de school van m'n kind wordt nu al gesproken over terugbrengen van het aantal leerkrachten met 20%, het wegvallen van opleidingsrichtingen en profielen daardoor.
Mijn advies is om voor cluster 2 het wetsvoorstel dusdanig aan te passen dat speciaal onderwijs voor dove kinderen daadwerkelijk kan worden gegeven. Zeker in de puberleeftijd heeft een jongere behoefte aan een peergroup; je wilt steun zoeken in vriendschappen en geen uitzondering zijn. Dit is wezenlijk voor een gezonde ontwikkeling naar volwassenheid.
Ervaringen van dove jongeren in het regulier onderwijs zijn veelal niet goed. Ze hebben niet of nauwelijks aansluiting bij leeftijdsgenoten.
De expertise van 120 jaar ervaring met dove leerlingen, doofheid, dovencultuur en dove volwassenen mag niet vernietigd worden.
Wat eenmaal te niet gedaan is, kan niet weer in enkele jaren worden opgebouwd.