Wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie

Reactie

Vraag1

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit
t.a.v. Reactie op Wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
Datum 11 juni 2024
Geachte heer/mevrouw,
Overwegende dat:
• De biologische sector geen mestoverschot heeft maar een mesttekort.
• Er een lagere bemestingsnorm op biologische percelen is van maximaal 170 kg N uit dierlijke mest.
• In het kader van de Green Deal/Farm to Fork een uitbreiding van het biologische areaal naar 25% als doel gesteld is.
• Biologische sector en biologische voeding bijdraagt aan beter dierwelzijn, milieu en gezonde voedselconsumptie patroon.
• Biologische sector bijdraagt aan schoner (oppervlakte) water in het kader van KDW richtlijnen door minder pesticiden/ antibiotica/ minder en beter opneembare meststoffen.
• De biologische sector holistisch bijdraagt aan een betere leefomgeving, samenleving en toekomst van onze planeet
• Biologische pluimveehouderij door kostenstijging i.v.m. inflatie en nieuwe Europese regelgeving de laatste jaren gekrompen is ten voordeel van gangbare pluimveehouderij.
Verzoek ik u:
Biologische dier en veehouderij sector vrij te stellen van mogelijke kortingen op dierrechten of productie ruimte bij overdracht.
Daarnaast is het wenselijk om een deel van de productie rechten afromingsvrij te kunnen verhuren om tijdelijke schommelingen in dieraantallen die over de diverse jaren plaats vindt op te vangen. In de biologische pluimveehouderij kan dit door productie rondes gemiddeld over jaren wel 30% meer of minder zijn. Dit doordat rondes 1,5 jaar duren en er tussen rondes een aantal weken leegstand is. Afroming bij verhuur zou ernstige gevolgen hebben voor de flexibiliteit en continuïteit van bedrijven.