Publicatieplicht stichtingen

Reactie

Vraag1

Mijn naam is Frits H.W. Brouwer. Ik ben voorzitter van de stichting ELPG die ontwikkelingshulp doet en die ANBI-status heeft. Daarnaast ben ik coördinator van het Holland Ghana Platform, waarin 23 van dergelijke stichtingen zijn verenigd, alle zijn particuliere initiatieven.
Tegen onderdeel A is geen bezwaar; integendeel, het betekend dat de overheid meegaat met de moderne ontwikkelingen.
Veel bezwaar is er tegen onderdeel B. ANBI-stichtingen worden geleid door enthousiaste Nederlanders; zij zetten zich naast hun werk en andere verplichtingen in voor een goed doel. Contacten tussen bestuursleden vinden vaak per telefoon of e-mail plaats. Vergaderingen van bestuur zijn er meestal eens in de één à twee maanden, soms nog minder. Extra werkzaamheden en extra kosten maken het werk moeilijker voor deze stichtingen. Die extra werkzaamheden en kosten zitten niet in het opstellen van een balans en een staat van baten en lasten. Dat is reeds vereist door BW boek 2 art. 10. Die extra werkzaamheden en kosten zitten wel in de nederlegging bij het handelsregister, in de eis dat dit binnen acht dagen dient te gebeuren, in het apart bijhouden en vermelden van verkregen goederen en in de ondertekening door alle bestuurders.
ANBI-stichtingen moeten reeds aan door de wet gestelde eisen voldoen. De belastingdienst oefent daar controle op uit. Voor ANBI-stichtingen is artikel 299b dus niet nodig. Bovendien vallen deze stichtingen niet in de categorie waar het wetsvoorstel voor is bedoeld.
De oplossing is om aan lid 6 van artikel 299b de ANBI's toe te voegen. Het doel van het wetsvoorstel kan zo worden bereikt zonder de ANBI's het werk onnodig moeilijker te maken.