Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege quarantaineplicht voor reizigers

Reactie

Vraag1

Hierbij reageert de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) op artikel 58nd van het voorliggende wetsvoorstel. Met onderdeel 7b van genoemd artikel wordt de basis gelegd om bij ministeriële regeling de aanbieders van bedrijfsmatig personenvervoer te verplichten dat zij van de passagiers de quarantaineverklaring (artikel 58nd, onderdeel 1) innemen en deze vervolgens aan de voorzitter van de veiligheidsregio afgeven. De KVNR is van mening dat het onjuist is om handhavende taken (naleving Wet publieke gezondheid) bij private partijen (de vervoerders) neer te leggen. Toezicht op de naleving van wetgeving door burgers dient ten principale bij de overheid belegd te blijven. Ook in praktische zin zien wij bezwaren, aangezien het niet van de vervoerder verlangd kan worden na te gaan of de verklaring volledig en/of juist is ingevuld dan wel vast te stellen of een passagier een valide claim heeft dat hij/zij onder een uitzonderingscategorie (artikel 58nb, onderdeel 4) valt en geen verklaring hoeft in te dienen.

De KVNR dringt er dan ook nadrukkelijk op aan om de handhavende taken (controle op en inname van de formulieren) bij een overheidsinstantie te beleggen, en spreekt zich nadrukkelijk uit tegen het voorstel deze taken bij private vervoerders (zoals de ferry-rederijen) neer te leggen.

Voor elk reiziger komende van buiten het Schengengebied vindt bij binnenkomst een door de grensbewakingsautoriteiten verplicht uitgevoerde controle van de reisdocumenten plaats. Het daarbij door de grensbewakingsautoriteiten laten innemen van de quarantaineverklaring, en waar van toepassing vast te stellen of op valide gronden aanspraak wordt gemaakt op een uitzonderingspositie, lijkt de KVNR dan ook zowel op juridische gronden als in praktische zin de meest voor de hand liggende procedure.