Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege quarantaineplicht voor reizigers
Reactie
Naam
|
A.C.M. Meuwese
|
Plaats
|
Oviedo
|
Datum
|
11 maart 2021
|
Vraag1
U kunt reageren op het wetsvoorstel en de toelichting.
In de concept-MvT wordt gesteld dat “meerdere situaties denkbaar [zijn] waarin het voor personen om privé of zakelijke redenen noodzakelijk is om – al dan niet frequent – de grens te passeren en voor wie naleving van de quarantaineplicht niet mogelijk of niet proportioneel zou zijn”.
Een uitzondering wordt voorzien voor o.a. grenswerkers.
Momenteel gelden de volgende voorwaarden voor de uitzondering voor grenswerkers m.b.t. het dringende quarantaine-advies:
• Zij moeten fysiek op hun werk aanwezig zijn. Zij kunnen bijvoorbeeld niet thuiswerken; en
• Grenswerkers wonen in een andere EU-lidstaat maar werken in Nederland en keren minimaal 1 keer per week terug naar hun woonplaats buiten Nederland; of
• Ze wonen in Nederland maar werken juist in een ander EU-lidstaat en keren minimaal 1 keer per week terug naar hun woonplaats.
Er is echter een categorie personen die in een andere EU-lidstaat wonen en in Nederland werken, maar (zeker tijdens de pandemie) (veel) minder vaak dan 1 keer per week de Nederlandse grens oversteken voor werk. Mocht de wettelijke quarantaineplicht langere tijd gaan gelden, wat gezien de specifieke rol van deze maatregel in het buiten de deur houden van virusmutaties niet onwaarschijnlijk lijkt, dan kan de quarantaineplicht ook voor deze categorie personen disproportioneel uitpakken. Ook wie grotendeels thuis kan werken, zal af en toe toch voor het werk naar Nederland moet komen, zeker als thuiswerken straks minder de norm is. Zonder uitzondering op de quarantineplicht is de in het buitenland woonachtige werknemer dan steeds een lange periode van zijn of haar gezin gescheiden, wat voor sommigen, zoals mensen met jonge kinderen, het vervullen van professionele verplichtingen in Nederland vrijwel onmogelijk maakt. De voorziene uitzondering voor een kort verblijf in Nederland, namelijk van maximaal 12 uur, biedt te weinig ruimte voor deze categorie ‘mobiele werknemers’, die vaak verplichtingen op meerdere dagen zullen willen combineren en te maken zullen hebben met een verminderde beschikbaarheid van vluchten.
Ik zou er dan ook voor willen pleiten dat in de minsteriële regeling ook een uitzondering wordt opgenomen voor in een ander EU-land woonachtige werknemers van Nederlandse werkgevers die, naast hun Nederlandse arbeidsovereenkomst en bewijs van inwonerschap van een andere EU-lidstaat, een verklaring van hun werkgever kunnen overleggen dat ze in de reisperiode voor hun werk in Nederland moeten zijn.