Regeling aanwijzing consumentenvuurwerk (RAC)

Reactie

Vraag1

De voorgestelde wijziging van de regels is inhoudelijk onjuist en juridisch niet afdwingbaar om de volgende redenen:

1.) De massa-explosies die met fluitjes in 6A/6C-tests optraden, deden zich alleen voor bij gebruik van stalen kooien. Aangezien stalen kooien in de toekomst niet meer worden gebruikt, vervalt ook dit risico. Testen zouden daarom eerst zonder stalen kooien moeten worden uitgevoerd om te bepalen of dit risico ook zonder gebruik van stalen kooien blijft bestaan.

2.) Massa-explosies deden zich alleen voor bij gebruik van een combinatie van fluitjes en flitspoeder in een buis. Gewone fluitjes zouden hierdoor niet worden beïnvloed; de gegevens ontbreken.

3.) Massa-explosies deden zich alleen voor bij gebruik van een combinatie van fluitjes gevolgd door flitspoeder in een plastic buis. Dit is echter al verboden op EU-niveau in de nieuwe norm EN15947:2022 en hoeft daarom niet opnieuw op nationaal niveau te worden verboden. Fluitjes zijn nu alleen toegestaan ??in kartonnen kokers. Het verschil is hier dat de constructie anders is in kartonnen kokers, en dat de fluitconstructie niet direct in contact komt met het flitspoeder, indien een flitspoederconstructie wordt gebruikt, maar daarvan gescheiden is door een laag geperste klei. Daarom zouden nieuwe studies moeten worden uitgevoerd voor het aangepaste ontwerp van dergelijke onderdelen.
4.) Nederland is verdragsstaat bij de ADR, wat betekent dat het VN-Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg op Nederland van toepassing is. Dit is ook vastgelegd in een EU-verordening.
De ADR-verordening regelt aan welke klasse gevaarlijke goederen vuurwerk moet worden toegewezen.
De voorgestelde wijziging zou in strijd zijn met deze in de ADR vastgestelde classificaties en daarmee in strijd zijn met het VN-verdrag en de EU-verordening.
Indien Nederland gegronde twijfels heeft over de juistheid van de ADR-richtlijnen, dan is de juridisch correcte handelwijze als ADR-verdragsstaat om te pleiten voor aanpassing van de richtlijnen aan de ADR en niet te proberen deze te omzeilen door middel van ontoelaatbare bijzondere nationale regelgeving.