Regeling aanwijzing consumentenvuurwerk (RAC)

Reactie

Vraag1

Met de voorgenomen wijziging van de Rac, waarin de burstlading in consumentenvuurwerk tot maximaal vijf procent wordt beperkt en fluit- en whirlladingen worden verboden, zet het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wederom een stap in de richting van verdere inperking van traditioneel consumentenvuurwerk. Hoewel veiligheid zonder twijfel een belangrijk uitgangspunt is, rijst de vraag of deze maatregelen proportioneel en effectief zijn, en of ze niet onbedoeld bijdragen aan het tegenovergestelde: onveiligere situaties en illegaal vuurwerkgebruik.

1. Onvoldoende onderbouwing
Tot op heden ontbreekt transparantie over de exacte risicoanalyses die ten grondslag liggen aan deze wijziging. Hoeveel incidenten zijn direct te herleiden tot fluit- of whirlladingen? En zijn deze incidenten veroorzaakt door legaal vuurwerk, of door illegale varianten? Zonder duidelijke cijfers is het lastig te beoordelen of deze maatregel werkelijk bijdraagt aan meer veiligheid.

2. Negatieve gevolgen voor de branche
Deze wijzigingen raken niet alleen consumenten, maar ook vuurwerkverkopers en importeurs. De vuurwerkbranche heeft zich de afgelopen jaren sterk aangepast aan strengere regelgeving, met investeringen in veiliger producten, voorlichting en handhaving. Verdere beperkingen ondermijnen het verdienmodel van legale aanbieders en vergroten het risico dat consumenten uitwijken naar illegale, vaak veel gevaarlijkere alternatieven.

3. Traditie en draagvlak
Voor veel Nederlanders is vuurwerk een cultureel en emotioneel onderdeel van de jaarwisseling. Door stapsgewijs steeds meer soorten vuurwerk te verbieden of uit te kleden, wordt het karakter van consumentenvuurwerk uitgehold. Daarmee dreigt ook het draagvlak onder burgers die zich wél aan de regels houden, verder af te brokkelen.

4. Handhaaf beter, in plaats van verbieden
De kern van het vuurwerkprobleem ligt niet bij legaal vuurwerk, maar bij illegaal vuurwerk en onverantwoord gebruik. De focus zou dus moeten liggen op betere handhaving, meer educatie en strengere straffen voor overtreders — niet op het verder uithollen van wat nog wel mag