Wetsvoorstel Rechtsbescherming bij aanbesteden
Reactie
Naam
|
Gemeente Oude IJsselstreek (drs J. Roosendaal)
|
Plaats
|
Gendringen
|
Datum
|
8 augustus 2023
|
Vraag1
Wenst u te reageren op het voorstel tot wijziging van de Aanbestedingswet 2012 ter versterking van de rechtsbescherming bij aanbesteden? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het indienen van klachten en de daaraan gekoppelde opschortende termijn leidt tot een nog verder gaande en ongewenste 'verjuridisering' van het aanbesteden. Een opschortende termijn introduceren zal het negatieve bijeffect creëren dat ondernemers bewust en opzettelijk het aanbestedingsproces gaan frustreren om bijvoorbeeld de aanbestedende dienst tegen te werken (omdat de overeenkomst niet is verlengd), of om extra tijd te winnen om in te kunnen schrijven, of om de verwachte winnaar tegen te werken (minder implementatietijd) of uit andere emoties of strategische overwegingen.
Er zullen meer klachten worden ingediend hetgeen tot een verzwaring van de lasten van aanbestedende diensten leidt en tot langere aanbestedingsprocedures. Klachten over een gunningsbeslissing zullen bij het voor de klagende ondernemer ongewenste resultaat, alsnog leiden tot een kort geding waarbij alles nog eens wordt overgedaan, maar nu voor de voorzieningenrechter. Onnodige dubbele kosten en extra tijdverlies. Ondernemers die ontevreden zijn met de beslissing, kunnen beter direct naar de rechter stappen. Gezien de vele rechtszaken lijkt dat ook geen probleem en is dat laagdrempelig genoeg.
Als aanbestedende diensten en ondernemers de bestaande regels in acht nemen en respect voor elkaar tonen, biedt verdere versterking van rechtsbescherming, naast het huidige uitgebreide arsenaal, weinig toegevoegde waarde.
Vraag2
Daarnaast kunt u reageren op een open vraag: wat vindt u van het toevoegen van een extra vernietigingsgrond en ziet u alternatieve oplossingsrichtingen? Voor een toelichting op deze vraag wordt verwezen naar de bijlagen (onder het kopje 'Relevante documenten').
Deze extra vernietigingsgrond leidt tot een nog verder gaande en ongewenste 'verjuridisering' van het aanbesteden. Deze extra vernietigingsgrond op basis van ‘grove schendingen’ heeft m.i. geen toegevoegde waarde. Het probleem ligt niet bij ‘grove’ schendingen. Grove schendingen zijn al snel duidelijk en herkenbaar (anders zijn het immers geen ‘grove’ schendingen) en behoren dus al tijdens de aanbestedingsprocedure aangekaart te worden. Ook bij ondernemers ligt een duidelijke verantwoordelijkheid om de Aanbestedingswet goed te kennen en zich goed te laten informeren. Maar daar wordt in de voorstellen nergens op ingegaan. Als een verliezende onderneming een grove schending niet uiterlijk bij het voornemen tot gunning aanhangig heeft gemaakt, wegen het maatschappelijk belang van tijdige gunning en uitvoering van de opdracht en de rechtszekerheid van de winnaar, zwaarder dan het belang van de betreffende ondernemen om hierover alsnog te klagen.