Conceptwetsvoorstel voor de implementatie van de herziende EU richtlijn hernieuwbare energie, over de artikelen gericht op het versnellen van vergunningsprocessen voor hernieuwbare-energieprojecten
Reactie
Naam | Drs. M Platteeuw |
---|---|
Plaats | Schoorl |
Datum | 4 maart 2025 |
Vraag1
Het conceptwetsvoorstel gaat over zuivere implementatie van een EU richtlijn, waarbij het aantal keuzes beperkt is. Voor de consultatie zijn wij benieuwd naar uw zienswijze op de volgende keuzes:- Algemene zienswijze en verwachte effecten van het wetsvoorstel
Ik maak me zorgen over de mogelijke gevolgen van dit wetsvoorstel voor de toch al zo sterk onder druk staande natuurlijke ecosystemen en de daarvan afhankelijke biodiversiteit. Door de verwachte maar vooral gehoopte positieve uitwerking van de energietransitie op de reductie van de uitstoot van CO2 en daarmee op een stap in de richting van klimaatverbetering belangrijker te vinden dan het behouden en versterken van natuurlijke ecosystemen wordt volledig voorbij gegaan aan het feit dat het juist de intacte ecosystemen zijn die de beste buffer tegen klimaatverandering vormen (https://www.science.org/doi/10.1126/sciadv.abo0119 , https://www.nature.com/articles/nclimate2918). In dit licht bezien moet eigenlijk worden gesteld dat de 'crisis' waarin 'de planeet' zich bevindt veeleer voortkomt uit een verregaande overexploitatie van de natuurlijke leefomgeving door de mens dan uit de (ook mede door de mens veroorzaakte) klimaatverandering. Hiermee is de 'klimaatcrisis' dus eigenlijk onderdeel van de 'ecologische' crisis waarin we ons bevinden en moet er naar geïntegreerde oplossingen worden gezocht op mondiaal niveau. Daarnaast is het verontrustend om te zien hoe het zorgvuldig opgebouwde en goed doordachte stelsel van natuurwetgeving in de EU nu in een soort van paniekvoetbal door diezelfde EU en haar Lidstaten te grabbel wordt gegooid ten behoeve van het versneld (en dus minder zorgvuldig) kunnen realiseren van duurzame energieprojecten. Dit is iets waar ook anderen al ongerustheid over hebben geuit, zie o.a. (https://www.science.org/doi/10.1126/science.adu1943). Wanneer er in dit wetsvoorstel (en in REDIII zelf) wordt gesteld dat er sprake is van 'hoger openbaar belang' van 'hernieuwbare energie-projecten' totdat 'klimaatneutraliteit is bereikt', zou eigenlijk ook al op voorhand aangegeven moeten worden wat dan exact verstaan moet worden onder 'klimaatneutraliteit' zodat er duidelijkheid komt over wanneer we 'genoeg' hebben aan hernieuwbare energie.
Vraag2
- In het wetsvoorstel is ervoor gekozen de bevoegdheid voor het aanwijzen van versnellingsgebieden te leggen bij het Rijk en bij de provincies. Het Rijk als verantwoordelijke voor de doelstelling van de richtlijn en de provincies als gebiedsregisseur bij de energietransitie. Een andere keuze zou kunnen zijn om ook gemeenten deze bevoegdheid te geven.Het Rijk is niet alleen verantwoordelijke voor de doelstelling van deze (nieuwe) richtlijn, maar ook voor het realiseren van de doelstellingen van Habitatrichtlijn, Kaderrichtlijn Water en Vogelrichtlijn. Voor Natura 2000-gebieden is bevoegd gezag (meestal) de betreffende provincie, behalve voor de als N2000-gebieden aangewezen grote rijkswateren waar deze rol is toebedeeld aan Rijkswaterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat). Los van deze kanttekeningen lijkt het raadzaam ook in de open planprocessen nodig voor werkelijk integrale ruimtelijke oplossingen voor alle uitdagingen zeker ook gemeentes een rol te geven bij gebiedsregie.
Vraag3
- De richtlijn biedt de mogelijkheid om de bepaling dat hernieuwbare-energieprojecten van hoger openbaar belang worden vermoed te zijn te beperken. Van deze mogelijkheid tot beperking wordt geen gebruik gemaakt. Zo worden de mogelijkheden die de herziene richtlijn biedt maximaal benut.Het is niet correct om al op voorhand te stellen dat het realiseren van hernieuwbare energieprojecten altijd en te allen tijde een 'dwingende reden van groot openbaar belang' is. Ik kan me levendig voorstellen dat dat niet altijd en overal van toepassing is. Zo wordt namelijk uit het oog verloren dat het intact houden van natuurlijke ecosystemen (ook door de Verenigde Naties) als één van de belangrijkste buffers tegen effecten van klimaatverandering moet worden beschouwd en dat, derhalve, het aantasten van dergelijke systemen door (o.a.) projecten voor hernieuwbare energie niet kan worden gezien als een 'hoger maatschappelijk belang' dan het in stand houden en versterken van die ecosystemen. Het beschermen en waar nodig zelfs versterken van natuurlijke, veerkrachtige en intacte ecosystemen kan dan ook niet ondergeschikt gemaakt worden aan een vooralsnog slechts veronderstelde verbetering van 'het klimaat' als gevolg van een toenemend aandeel aan duurzame energie in de 'energiemix'.
Vraag4
- Vanwege het belang van wind- en zonne-energie voor het halen van de REDIII doelstelling maakt het conceptwetsvoorstel maximaal gebruik van de mogelijkheid om wind- en fotovoltaïsche zonprojecten generiek vrij te stellen van natuurbeoordelingen, ook als uit de screening blijkt dat er toch negatieve effecten zijn voor natuur- en milieu. De richtlijn biedt dan de mogelijkheid van financiële compensatie. Met de richtlijn kunnen overigens ook infrastructuurprojecten gebruik maken van financiële compensatie (hier biedt de richtlijn geen keuze).Het is onacceptabel dat in diverse gevallen, met name wanneer de te verwachten schade aan natuur en milieu 'gering' zou zijn, financiële compensatie een optie wordt. Dat kan maar zo betekenen dat de natuur wordt 'afgekocht' zonder dat er sprake is van werkelijke compensatie. In de zgn. ADC-toets waaraan alle projecten en plannen nog altijd moeten voldoen, mag het (eventuele) wegvallen van de 'D' (de dwingende reden van groot openbaar belang), zijnde de bevordering van snel effectieve realisatie van duurzame energie, niet gaan betekenen dat er niet ook uitgezocht moet worden:
- dat er geen Alternatieven bestaan om hetzelfde doel te realiseren maar die geen (significante) negatieve effecten op de natuur zullen hebben, en
- dat er wel degelijk zinvolle inhoudelijke Compensatie moet zijn gerealiseerd (die aantoonbaar al bij voorbaat de verwachte negatieve gevolgen compenseert), voordat het project (of het plan) gerealiseerd mag worden.