Regeling ontheffingsmogelijkheid ter bevordering van vergaand geautomatiseerd varen
Reactie
Naam
|
Koninklijke Binnenvaart Nederland (Beleidsadviseur F Reijerse)
|
Plaats
|
Zwijndrecht
|
Datum
|
14 januari 2025
|
Vraag1
U kunt tot en met 15 januari 2025 via deze website reageren op alle onderdelen van de regeling en de toelichting. Verwacht u dat de regeling effect zal hebben op u of uw organisatie?
Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) is ingenomen met de ruimte die door het toevoegen van Artikel 1.26 aan het BPR ontstaat om (met ontheffingsmogelijkheden op de genoemde artikelen) het vergaand geautomatiseerd varen binnen het BPR-gebied te bevorderen, aansluitend op de eerdere ontwikkelingen in andere landen en het RPR-gebied. Beoordeling per individuele case op noodzakelijkheid en veiligheid als onderdeel van het proces naar ontheffing is evident, wij zouden er wel voor willen pleiten dat de ‘extra eisen’ door de bevoegde autoriteit tot een minimum beperkt worden. Het risico op een veelvoud aan individuele condities per casus draagt in onze optiek niet bij aan een harmonieuze gebruikservaring en evaluatie. Daarnaast zou KBN willen opteren om het uitsluiten van bedrijfsmatig vervoer van passagiers onder dit besluit te herzien. Anders dan het vervoer van gevaarlijke stoffen is deze specifieke uitzondering naar onze mening op dit moment onvoldoende onderbouwd en sluit ook niet aan bij ontwikkelingen in andere (Europese) vaarwateren binnen dit segment.
Gezien het internationale karakter van de binnenvaart adviseren wij in bredere zin om ontwikkelingen op dit thema binnen de internationale wet- en regelgeving waar mogelijk overeenkomstig over te nemen in het BPR.