Regeling 2e tranche lokale aanpak Nationaal Isolatieprogramma

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Aalsmeer
Datum 31 mei 2024

Vraag1

Wat is uw reactie op de voorgenomen regeling voor de tweede tranche van de lokale aanpak van het Nationaal Isolatieprogramma?
1.) Wij adviseren dat bij Doe-het-zelf de eis dat het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) moet hebben van 3,5 [m2 K/w] te laten vervallen.

Met de huidige regeling en de eis van het toevoegen van den Rd-waarde van ten minste 3,5 is niet altijd mogelijk bij woningen waar al isolatiemateriaal aanwezig is. Omdat er bijvoorbeeld onvoldoende ruimte beschikbaar is. Neem een woning waarbij in het verleden bijvoorbeeld isolatie is aangebracht met een Rd-waarde 1,5 [m2 K/w]. Door het toevoegen van nieuw isolatiemateriaal met bijvoorbeeld Rd-waarde 2 of 2,5 kan ook de minimale waarde worden bereikt. Zo worden bouwdelen optimaal aangepakt om uiteindelijk over te kunnen stappen op een duurzame alternatieve warmtevoorziening.

Het zou beter zijn als bij Doe-het-zelf rekening wordt gehouden met het gegeven dat er al isolatie is aangebracht in de woning. Deze isolatie heeft vaak een te lage isolatiewaarde maar de burger wil graag isolatie toevoegen zodat er in totaal een optimale isolatiewaarde van ten minste (Rd-waarde) 3,5 [m2 K/w] en daar waar mogelijk meer kan worden bereikt. Vandaar dat wij adviseren om bij Doe-het-zelf de eis dat het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) moet hebben van 3,5 [m2 K/w] te laten vervallen. En deze om te zetten naar een te bereiken eind (gestapelde) isolatiewaarde van tenminste Rd-waarde 3.5 na het aanbrengen van isolatiemateriaal.

Uiteraard moet de consument aantonen wat het oorspronkelijk isolatiemateriaal is en welke waarde dit heeft. Deze bewijslast is onderdeel van onze aanpak.

2.) Bij doe-het-zelf mag maximaal 10% van de woningen niet aan oppervlakte-eis te voldoen. Wij adviseren u dit criterium te laten vervallen.

Het criterium maakt de praktische uitvoerbaarheid onnodig ingewikkeld en onzeker. Het is goed beschouwd niet in te schatten hoeveel mensen zich aanmelden die aan deze 10% afwijking voldoen. Daar waar de gemeenten met een voucher werkt, is dit helemaal ingewikkeld om uit te voeren en te voldoen aan dit criterium. Bij een systeem waarbij de gemeenten achteraf op basis van de aanschafbonnen een bedrag wordt toegekend, maakt dit criterium het wel heel onzeker voor de burger of het bedrag überhaupt wordt toegekend.

En bovendien als klopt wat TNO beweert ” Het aantal woningen zal ruimschoots binnen de uitzondering van 10% vallen” dan voegt dit criterium niets toe aan de regeling.

Bijlage