Regeling Woningbouwimpuls 2020
Reactie
Naam
|
gemeente Midden-Delfland (drs S Eijgenraam)
|
Plaats
|
Midden-Delfland
|
Datum
|
3 april 2020
|
Vraag1
Het ministerie ontvangt graag uw inhoudelijke reactie op de concept-regeling. Daarnaast kunt u tevens het achtergronddocument woningbouwimpuls inzien. Het achtergronddocument woningbouwimpuls bevat handvatten voor het opstellen van de businesscase door gemeenten. Het geeft een toelichting op de gebruikte begrippen en hoe bepaalde elementen (o.a. inbrengwaarden) moeten worden opgevoerd in de businesscase.
- Door het gestelde minimum van 500 woningen is het voor onze gemeente (nog geen 20.000 inwoners) onmogelijk om gebruik te maken van de impuls.
- Het gestelde minimum van 500 woningen staat haaks op de wens van de provincie voor een meer regionale spreiding van woningen en van doelgroepen.
- Landelijke spreiding zou geen doel op zich moeten zijn. Logischer om prioriteit te geven aan de meest urgente opgaven (de randstad of de Woondealregio’s).
- Een criterium dat wordt voorgesteld om de rangorde te bepalen is de hoogte van de gevraagde bijdrage per woning (lagere bijdrage betekent hogere score). Dit doet geen recht aan de complexiteit en bijbehorende kosten die juist de binnenstedelijke projecten kenmerkt. Projecten buiten bebouwd gebied zouden door dit criterium beter scoren, dat vinden wij niet terecht en niet wenselijk.
- Er dient in de regeling rekening te worden gehouden met verschillen tussen woningbouwprojecten binnen en woningbouwprojecten buiten bestaand bebouwd gebied. Ook dorpen hebben opgaven binnen bebouwd gebied, die hoge kosten met zich meebrengen om realisatie mogelijk te maken.