Wijziging van de Regeling regionaal investeringsfonds mbo
Reactie
Naam | ROC West-Brabant (E.A.M.M. Bakker) |
---|---|
Plaats | Etten-Leur |
Datum | 30 oktober 2015 |
Vraag1
Bent u van mening dat de maatregelen uit deze wijzigingsregeling afzonderlijk en/of als samenhangend pakket bijdragen aan het (nog beter) bereiken van de doelstelling van deze regeling?Ik ben zeer positief over de wijzigingsmaatregelen waardoor het een evenwichtiger en samenhangend pakket is geworden.
Vraag2
Om de regeling een meer innovatief en ontwikkelingsgericht karakter te geven wordt de aanvraagprocedure flexibeler vormgegeven. Er worden twee aanvraagperiode per kalenderjaar ingevoerd en aanvragen die beperkte tekortkomingen vertonen, op maximaal een criterium, krijgen de mogelijkheid om binnen enkele weken aanvullingen in te dienen.Daarnaast dienen aanvragers in het activiteitenplan, dat onderdeel uit maakt van het plan van aanpak, uitsluitend nog voor het eerste jaar een gedetailleerde beschrijving te geven van de wijze waarop de beoogde mijlpalen gerealiseerd zullen worden. Voor de daaropvolgende jaren mag het activiteitenplan meer globaal worden geformuleerd.
Wat vindt u van deze voorgestelde wijzigingen? Vindt u het wenselijk dat er meerderde aanvraagperiodes zijn? En wat vindt u van de aanpassing met betrekking tot het activiteitenplan?
Ook hier ben ik zeer positief over. De meerdere momenten bieden meer flexibiliteit en maatwerk naar de samenwerkingsverbanden in de regio en ook de mogelijkheid om de juiste aanvullingen te doen binnen een aantal weken past bij dit karakter. Ook ben ik bijzonder content met het feit dat het een meer ontwikkelingsgericht karakter krijgt waardoor de aanvragen minder star worden en meer realistisch.
Vraag3
Om te stimuleren dat er meer gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor het doelmatiger inrichten van het opleidingenaanbod, in combinatie met een pps, wordt vanaf nu de mogelijkheid geboden om indien een pps eerder een aanvraag toegekend heeft gekregen, alsnog een aanvraag in te dienen voor het doelmatiger organiseren van het opleidingenaanbod. Tevens zal het maximum bedrag worden verhoogd naar € 500.000,- en kunnen ook andere partners dan de onderwijsinstellingen cofinancieren.Wat vindt u van deze wijzigingen? En maken deze wijzigingen het aantrekkelijker om gebruik te maken van deze subsidie?
Ik denk dat deze maatregel de samenwerking met het bedrijfsleven c.q. instellingen in de regio bevordert en de afstemming met de arbeidsmarktontwikkeling nadrukkelijker op d agenda komt.
Vraag5
Vanuit het oogpunt van het versterken van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt wordt het wenselijk geacht om tevens associate-degreeprogramma’s, die deels door mbo-instellingen worden verzorgd, een plek te bieden in de subsidieregeling.Bent u van mening dat dit bij zal dragen aan het vergroten van het aanbod van Ad-progamma’s? Zo nee, waarom niet? Hoe beoordeelt u de mogelijkheid om de kosten voor het ontwikkelen van deze associate-degreeprogramma’s op te kunnen voeren als subsidiabele kosten?
In onze regio is dit momenteel een van de speerpunten om samen met een aantal hogescholen en roc's een RAC te ontwikkelen in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en regionale overheid. De mogelijkheid om een AD RiF aanvraag te doen om AD programma's gezamenlijk te ontwikkelen is een grote aanjager voor het RAC.