Wijziging van de Regeling regionaal investeringsfonds mbo

Reactie

Naam ROC Mondriaan (drs. P. Rekvelt)
Plaats Den Haag
Datum 2 november 2015

Vraag1

Bent u van mening dat de maatregelen uit deze wijzigingsregeling afzonderlijk en/of als samenhangend pakket bijdragen aan het (nog beter) bereiken van de doelstelling van deze regeling?
De voorgestelde wijzigingen zullen niet allen bijdragen tot het
nog beter bereiken van de doelstelling van deze regeling.
Het gegeven dat er een spanningsveld is doordat er met
onderwijsgeld geen risico mag worden genomen en het
ondernemersperspectief van deze regeling, wordt niet
weggenomen.

Vraag2

Om de regeling een meer innovatief en ontwikkelingsgericht karakter te geven wordt de aanvraagprocedure flexibeler vormgegeven. Er worden twee aanvraagperiode per kalenderjaar ingevoerd en aanvragen die beperkte tekortkomingen vertonen, op maximaal een criterium, krijgen de mogelijkheid om binnen enkele weken aanvullingen in te dienen.
Daarnaast dienen aanvragers in het activiteitenplan, dat onderdeel uit maakt van het plan van aanpak, uitsluitend nog voor het eerste jaar een gedetailleerde beschrijving te geven van de wijze waarop de beoogde mijlpalen gerealiseerd zullen worden. Voor de daaropvolgende jaren mag het activiteitenplan meer globaal worden geformuleerd.
Wat vindt u van deze voorgestelde wijzigingen? Vindt u het wenselijk dat er meerderde aanvraagperiodes zijn? En wat vindt u van de aanpassing met betrekking tot het activiteitenplan?
Twee aanvraagmomenten kunnen zeker de druk spreiden en
zijn o.i. een verbetering. Een meer gedetailleerde beschrijving
van het eerste jaar doet meer recht aan de dynamiek van
onderwijs en bedrijfsleven mits het anticiperen op wijzigingen
en alternatieven tijdens de realisatie wel zonder teveel
'gedoe' mogelijk is.

Vraag3

Om te stimuleren dat er meer gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid om subsidie aan te vragen voor het doelmatiger inrichten van het opleidingenaanbod, in combinatie met een pps, wordt vanaf nu de mogelijkheid geboden om indien een pps eerder een aanvraag toegekend heeft gekregen, alsnog een aanvraag in te dienen voor het doelmatiger organiseren van het opleidingenaanbod. Tevens zal het maximum bedrag worden verhoogd naar € 500.000,- en kunnen ook andere partners dan de onderwijsinstellingen cofinancieren.
Wat vindt u van deze wijzigingen? En maken deze wijzigingen het aantrekkelijker om gebruik te maken van deze subsidie?
Wij verwachten niet dat beide maatregelen meer aanvragen voor
het doelmatiger organiseren van het opleidingen aanbod door
deze regeling aanzienlijk gestimuleerd zal worden.

Vraag4

Om het eigenaarschap van alle partijen in het samenwerkingsverband in balans te brengen, wordt tevens mogelijk gemaakt dat de aanvragende mbo-instelling ook mag cofinancieren.
Wat vindt u van de mogelijkheid dat onderwijsinstellingen, ook mee kunnen cofinancieren in geld? Hoe kijkt u aan tegen de eis dat daarbij wel aangetoond dient te worden dat deze cofinanciering niet dient ter vervanging van de cofinanciering door één of meer regionale overheden?
Dat een mbo-instelling ook mag cofinancieren is op zich een
goede zaak. Dat dit echter alleen financieel kan, doet geen
recht aan de ureninzet die buiten het reguliere onderwijs valt.

De eis dat door het onderwijs aangetoond moet worden dat
deze co-financiering niet dient ter vervanging van de co-
financiering van de regionale overheid, lijkt erg lastig uit te
voeren.

Vraag5

Vanuit het oogpunt van het versterken van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt wordt het wenselijk geacht om tevens associate-degreeprogramma’s, die deels door mbo-instellingen worden verzorgd, een plek te bieden in de subsidieregeling.
Bent u van mening dat dit bij zal dragen aan het vergroten van het aanbod van Ad-progamma’s? Zo nee, waarom niet? Hoe beoordeelt u de mogelijkheid om de kosten voor het ontwikkelen van deze associate-degreeprogramma’s op te kunnen voeren als subsidiabele kosten?
Het lijkt ons een goede zaak dat de kosten voor het ontwikkelen
van Ad-programma's kunnen worden opgevoerd als
subsidiabele kosten.