Invoering herijkte rekeneisen en aanpassing omvang keuzedelen middenkaderopleiding
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amstelveen
|
Datum
|
19 maart 2021
|
Vraag1
Heeft u opmerkingen of aanvullingen bij het voorliggende besluit?
Ik vind de opdracht die het mbo met de invoering van de herijkte rekeneisen krijgt niet realistisch. Studenten stromen lang niet altijd met op beoogde eindniveau van het vmbo in. De studenten die met een te laag niveau instromen, hebben veelal een geschiedenis met rekenen die het lage niveau heeft veroorzaakt. Van het mbo te vragen studenten in de relatief korte studietijd die zij daar doorbrengen in de volle breedte van de herijkte rekeneisen op te leiden tot de beoogde eindniveaus is een te zware opgave en is niet verenigbaar met het karakter van beroepsonderwijs. Studenten begrijpen ook vaak niet waarom zij zouden moeten leren rekenen in bijvoorbeeld vrijetijdssituaties die zij zelf niet als problematisch ervaren. Bovendien is het gevaar groot dat het debacle met het grote aantal studenten dat niet slaagt vanwege rekenen zich herhaalt.
In de nieuwe rekeneisen wordt regelmatig de term functioneel gebruikt. Deze term behoeft in dit kader verduidelijking. Gaat het om functionaliteit in de gegeven situatie? Of moet het rekenen functioneel zijn voor de betreffende student? Dat wordt uit de wetstekst niet helder. Vervolgens is niet helder of studenten aan alle descriptoren moeten voldoen of slechts een die descriptoren die (voor hen) functioneel zijn.
Mijns inziens is het een haalbare en te verantwoorden opdracht voor het mbo om studenten te leren rekenen in voor hen functionele situaties, dus situaties in de beroepscontext en situaties waarin zij ervaren dat zij rekenvaardigheden tekortkomen. De wetstekst dient op dit punt in mijn opinie verhelderd te worden.