Rookwarenbesluit

Reactie

Naam Stichting Acvoda (voorzitter M Schipper)
Plaats Weert
Datum 25 augustus 2015

Vraag1

In de huidige Nederlandse wetgeving zijn maximumemmissieniveaus vastgesteld voor emissies van teer, nicotine en koolmonoxide in sigaretten. Voor shagtabak is op dit moment alleen een maximumemissieniveau voor teer vastgesteld. Met dit conceptbesluit is ervoor gekozen om, in artikel 2.1, tweede lid, voor shagtabak ook maximumemissieniveaus vast te stellen voor de emissies van nicotine en koolmonoxide (artikel 3, derde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn). Dit vermindert de schadelijkheid van het product en vergroot de uniformiteit tussen maximumemissieniveaus van verschillende tabaksproducten.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Neen. Voor de koolmonoxide geldt het weliswaar dat een maximumemissieniveau de schadelijkheid kan beperken, maar voor nicotine geldt het tegenovergestelde ; de roker rookt voor de nicotine. Middels zelftitratie (zoals in diverse medische literatuur beschreven sedert de jaren 70) zorgt een roker voor een redelijk consequente dagelijkse inname van nicotine, onafhankelijk van de nicotineconcentratie in de tabak. Zoals we bij het Light Sigaretten debacle zagen zorgt een lager nicotinegehalte juist voor een verhoogde tabaksconsumptie en dus voor een verhoogde blootstelling aan schadelijke emissies. Wij zouden dus adviseren juist een MINIMUMniveau voor nicotine in te stellen.

Vraag2

De artikelen 9 en 10 van de Tabaksproductenrichtlijn bepalen verdergaande verpakkingseisen voor tabaksproducenten door een informatieve boodschap en gecombineerde gezondheidswaarschuwing op de verpakkingen te eisen. De gecombineerde gezondheidswaarschuwing bestaat uit een afschrikwekkende illustratie en tekst. De richtlijn geeft echter de keuzevrijheid aan lidstaten om andere voor roken bestemde tabaksproducten dan sigaretten, shagtabak en waterpijptabak vrij te stellen van de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing. In dit conceptbesluit is, in artikel 3.2, eerste lid, geen gebruik gemaakt van deze vrijstelling. Een gedifferentieerde aanpak ten aanzien van de verpakking van verschillende tabaksproducten kan namelijk onbedoeld de indruk wekken dat het ene product minder schadelijk voor de gezondheid is dan het andere. Dit moet worden voorkomen.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Gedifferentieerde gezondheidswaarschuwingen moeten mogelijk zijn, zodra goed gefundeerd bewezen is dat een bepaald tabaksproduct substantieel minder schadelijk is bij gebruik vergeleken met andere tabaksproducten. We zouden hierbij kunnen verwijzen naar de Scandinavische Snus, ware het niet dat die in de hele EU al sinds 1992 verboden is, terwijl daarvan duidelijk bewezen is dat deze vergeleken met het roken van tabak een veel minder schadelijk alternatief is. De verplichte waarschuwingen moeten derhalve niet hun grondslag vinden in wetteksten en debat, maar in wetenschap en onderzoek.

Vraag3

De Tabaksproductenrichtlijn stelt diverse rapportageverplichtingen aan producenten en importeurs van tabaksproducten en elektronische sigaretten. Daarnaast geeft artikel 6, vierde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn ruimte aan lidstaten om aanvullende informatie te vragen. Met dit conceptbesluit worden vooralsnog geen aanvullende rapportageverplichtingen opgelegd aan producenten en importeurs, bovenop de gegevens die producenten en importeurs al moeten verstrekken op grond van de Tabaksproductenrichtlijn. Pas als blijkt dat aanvullende informatie noodzakelijk is en de gegevens ook doeltreffend door de bevoegde autoriteit kunnen worden verwerkt, zal van deze beleidskeuze gebruik worden gemaakt.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Eens ; pas indien aanvullende informatie daadwerkelijk noodzakelijk is, en eveneens doeltreffend kan worden gebruikt en verwerkt is het zinvol om aanvullende informatie te eisen.
De huidige rapportageverplichtingen die vanuit de TPD verplicht worden voor de productie en verkoop van elektronische sigaretten vinden we al veel te ver gaan, en vormen een belemmering in de concurrentiepositie van de e-sigaret ten opzichte van de veel schadelijkere tabaksproducten waarvoor de e-sigaret een alternatief is.

Vraag4

In het voorgestelde artikel 4.3, derde lid, van het conceptbesluit wordt bepaald dat verslagen over additieven, die door producenten van sigaretten en shagtabak moeten worden ingediend, worden beoordeeld door een onafhankelijke wetenschappelijke instantie (artikel 6, vierde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn). Hier wordt gebruik van gemaakt, zodat de verslagen objectief worden beoordeeld.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Ja, indien dit op Europees niveau geregeld wordt zodat er niet per lidstaat een discrepantie kan ontstaan over de validiteit. De onafhankelijkheid houdt ook in dat er sprake moet zijn van transparantie en openheid zodat peer review/second opinion mogelijk is ; de consumenten hebben recht op inzage in de verslagen en de onafhankelijke beoordelingen.

Vraag5

In de artikelen 18 en 20 van de Tabaksproductenrichtlijn wordt lidstaten de keuze geboden om grensoverschrijdende verkoop op afstand van tabaksproducten en elektronische sigaretten te verbieden of om een registratieplicht met leeftijdsverificatiesysteem te hanteren. Met dit conceptbesluit wordt, in de artikelen 5.5, 5.6 en 5.7, gekozen voor het invoeren van een registratieplicht en leeftijdsverificatiesysteem bij grensoverschrijdende verkoop op afstand van tabaksproducten en aanverwante producten. Hieronder valt ook grensoverschrijdende internetverkoop. De registratieplicht houdt in dat detaillisten die grensoverschrijdend tabaksproducten en/of elektronische sigaretten verkopen, zich dienen te registeren en een leeftijdsverificatiesysteem dienen te hanteren. Met een registratieplicht wordt het aanbod voor grensoverschrijdende verkoop op afstand zichtbaar en daardoor reguleerbaar. Bij een verbod is dit niet het geval. Daarom wordt voorgesteld te kiezen voor een registratieplicht.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Allereerst ; het is een illusie om te denken dat de invoering van een verplichte registratie zicht op en controleerbaarheid van de grijze/zwarte handel zou bevorderen. De bedrijven die wél welwillend zijn ondervinden hiermee een nadeel, zonder dat er een voordeel tegenover staat.

Een verbod op grensoverschijdende verkoop doet het hele principe van de EU teniet, en is niet uitvoerbaar.

Als er al sprake is van een registratieplicht dan zal die op Europees niveau moeten plaatsvinden, om kosten en inspanningen aan beide zijden (verkoop & overheid) tot een minimum te beperken.

Als de verkopers die in Nederland gevestigd zijn zich in Nederland registreren hoort die registratie gedeeld te worden met de overige lidstaten, idem voor Britse verkopers die zich in het VK geregistreerd hebben.

Het verplichte leeftijdsverificatiesysteem moet voor tabaksproducten en aanverwante producten gelijktijdig ingevoerd worden. Het kan niet zo zijn dat e-sigaretten éérder verder beperkt worden dan de schadelijke tabak waar ze het alternatief voor zijn.

Daarnaast moet de effectiviteit van het leeftijdsverificatiesysteem op regelmatige basis gerapporteerd worden, en door een onafhankelijke partij gecontroleerd worden (CBS, RIVM, Trimbos?)

Vraag6

De Tabaksproductenrichtlijn geeft lidstaten de ruimte om producenten en importeurs van tabaksproducten en aanverwante producten evenredige vergoedingen in rekening te brengen voor de verwerking en beoordeling van aangeleverde gegevens. Dit betekent dat producenten en importeurs een geldbedrag moeten betalen voor de onkosten die de overheid maakt om hun gegevens te verwerken en beoordelen. Van deze mogelijkheid wordt gebruik gemaakt, vanwege het profijtbeginsel. Producenten en importeurs hebben namelijk (financieel) voordeel bij het in de handel brengen van tabaksproducten en aanverwante producten. Het vaststellen van deze kostenvergoedingen (retributies) is in lijn met het rapport Maat houden II.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
De tabaksindustrie heeft vergeleken met de e-sigarettenbranche een zeer beperkt assortiment. Dit betekent dat de kosten van de gegevensverwerking voor de tabaksindustrie in verhouding tot hun omzet verwaarloosbaar zijn.
Voor de e-sigarettenbranche, een branche die zich kenmerkt door een véél groter aantal producenten, verkopers, en producten en productcombinaties, zal gelden dat de financiele lastendruk én de administratieve lastendruk onevenredig hoog zal zijn, wat wederom de Tabaksindustrie bevoordeelt.
Om een illustratie te geven: er zijn meer dan 2000 vloeistoffen te koop, elk in meer dan 3 sterkten en soms nog meer variaties. Ook voor de mondstukken (drip-tip; verkoopprijs tussen de 1 en de 20 euro) zijn honderden zo niet duizenden varianten beschikbaar.
Deze variatie is een van de sterke punten van de e-sigaret, een unique selling point, waardoor deze een volwaardig alternatief is voor de (ex)roker. Door deze variatie onevenredig financieel te belasten zal deze variatie gesmoord worden, met als gevolg een kaalslag in het aanbod, en een verminderde aantrekkingskracht van het product op de huidige rokers.

Als de retributies vastgesteld worden op basis van de omzet kan deze onevenredigheid voorkomen worden.

Vraag7

In paragraaf 5 van de nota van toelichting wordt een inschatting gemaakt van de regeldruk (administratieve lasten) voor de sector die zou kunnen ontstaan bij vaststelling van het conceptbesluit. Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid.

Bent u het eens met de inschatting van de genoemde lasten? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet en heeft u concrete suggesties ter verbetering?
Zie vraag 6. De tabaksbranche en de e-sigaretbranche zijn totaal verschillende branches, waarbij in de laatste de differentiatie vele malen groter is waardoor de administratieve last daar ook vele malen groter is. Dit is wederom een onderdeel van de nieuwe Tabaks- en Rookwarenwet die een voordeel oplevert voor de tabaksindustrie ten opzichte van de e-sigarettenbranche, zonder dat daar enige openlijke beleidsafweging of debat aan ten grondslag ligt.