Rookwarenbesluit

Reactie

Naam Cigar Agent (W.J. Sanders)
Plaats Spijkenisse
Datum 3 september 2015

Vraag1

In de huidige Nederlandse wetgeving zijn maximumemmissieniveaus vastgesteld voor emissies van teer, nicotine en koolmonoxide in sigaretten. Voor shagtabak is op dit moment alleen een maximumemissieniveau voor teer vastgesteld. Met dit conceptbesluit is ervoor gekozen om, in artikel 2.1, tweede lid, voor shagtabak ook maximumemissieniveaus vast te stellen voor de emissies van nicotine en koolmonoxide (artikel 3, derde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn). Dit vermindert de schadelijkheid van het product en vergroot de uniformiteit tussen maximumemissieniveaus van verschillende tabaksproducten.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Nee. Het zou eerder wenselijk zijn om het gebruik van additieven aan banden te leggen. Hier wordt immers de meeste gezondheidsschade door veroorzaakt. Dit wordt zelfs op de website van de rijksoverheid weergegeven: http://www.watziterintabak.nl
Hogere emissies van teer, nicotine en koolmonoxide zorgen ervoor dat de tabaksrook moeilijker inhaleerbaar wordt. Zo inhaleert dan ook het verreweg grootste deel van de rokers van 100% tabaksigaren (kwaliteitsigaren) de sigarenrook niet. De additieven in sigaretten zorgen ervoor dat het inhaleren gemakkelijker wordt en mensen zelfs met een lagere hoeveelheid nicotine toch meer verslaafd raken door het versterkende effect van de additieven.

Vraag2

De artikelen 9 en 10 van de Tabaksproductenrichtlijn bepalen verdergaande verpakkingseisen voor tabaksproducenten door een informatieve boodschap en gecombineerde gezondheidswaarschuwing op de verpakkingen te eisen. De gecombineerde gezondheidswaarschuwing bestaat uit een afschrikwekkende illustratie en tekst. De richtlijn geeft echter de keuzevrijheid aan lidstaten om andere voor roken bestemde tabaksproducten dan sigaretten, shagtabak en waterpijptabak vrij te stellen van de informatieve boodschap en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing. In dit conceptbesluit is, in artikel 3.2, eerste lid, geen gebruik gemaakt van deze vrijstelling. Een gedifferentieerde aanpak ten aanzien van de verpakking van verschillende tabaksproducten kan namelijk onbedoeld de indruk wekken dat het ene product minder schadelijk voor de gezondheid is dan het andere. Dit moet worden voorkomen.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Nee. Een gedifferentieerde aanpak is weldegelijk verdedigbaar en te rechtvaardigen. Het is namelijk geen kwestie van "de indruk wekken dat het ene product minder schadelijk voor de gezondheid is dan het andere", maar het is een feit dat 100% tabaksigaren aantoonbaar minder schadelijke voor de gezondheid zijn dan tabaksproducten met additieven zoals verreweg de meeste sigaretten. Zie ook vraag 1 en de daar genoemde publicatie van de rijksoverheid. Het verschil tussen verslaving en genieten, dat verweven zit in het gebruik van deze twee verschillende groepen tabaksproducten is dan ook evident.
Buitendien vormt het niet differentiëren een buitensporig grote belasting voor de productie van sigarenverpakkingen. Tegenover de relatief weinig verschillende verpakkingsformaten van sigaretten staat een veelvoud hiervan voor die van sigaren en met name die van handgemaakte kwaliteitssigaren uit met name Latijns Amerika.
Mede gelet op de belangrijkste doelstelling van de overheid om het roken van sigaretten door jongeren verder te ontmoedigen zal er dan ook een ongewenst (tegenovergesteld) effect optreden; De kwaliteitssigaren zullen grotendeels gaan verdwijnen terwijl de sigaretten (doordat de fabrikanten gemakkelijker kunnen overschakelen door het massale drukwerk) verkocht zullen blijven worden.
Ik zou dus willen voorstellen om een differentiatie aan te brengen op basis van het al dan niet aanwezig zijn van additieven welke, bij verbranding, in het lichaam van de roker terechtkomen.

Vraag4

In het voorgestelde artikel 4.3, derde lid, van het conceptbesluit wordt bepaald dat verslagen over additieven, die door producenten van sigaretten en shagtabak moeten worden ingediend, worden beoordeeld door een onafhankelijke wetenschappelijke instantie (artikel 6, vierde lid, van de Tabaksproductenrichtlijn). Hier wordt gebruik van gemaakt, zodat de verslagen objectief worden beoordeeld.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Ja. Zie mijn bezwaar tegen het gebruik van additieven bij vraag 1.

Vraag5

In de artikelen 18 en 20 van de Tabaksproductenrichtlijn wordt lidstaten de keuze geboden om grensoverschrijdende verkoop op afstand van tabaksproducten en elektronische sigaretten te verbieden of om een registratieplicht met leeftijdsverificatiesysteem te hanteren. Met dit conceptbesluit wordt, in de artikelen 5.5, 5.6 en 5.7, gekozen voor het invoeren van een registratieplicht en leeftijdsverificatiesysteem bij grensoverschrijdende verkoop op afstand van tabaksproducten en aanverwante producten. Hieronder valt ook grensoverschrijdende internetverkoop. De registratieplicht houdt in dat detaillisten die grensoverschrijdend tabaksproducten en/of elektronische sigaretten verkopen, zich dienen te registeren en een leeftijdsverificatiesysteem dienen te hanteren. Met een registratieplicht wordt het aanbod voor grensoverschrijdende verkoop op afstand zichtbaar en daardoor reguleerbaar. Bij een verbod is dit niet het geval. Daarom wordt voorgesteld te kiezen voor een registratieplicht.

Bent u het hiermee eens? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Nee. De accijnswet voorziet namelijk al in een verbod van grensoverschrijdende verkoop van tabaksproducten op afstand aan consumenten. Het is immers verboden om tabaksproducten te verzenden naar, dan wel te ontvangen uit andere Europese landen zonder dat deze voorzien zijn van de benodigde accijnszegels van het land van de ontvanger. Mijn inziens ondermijnt de genoemde registratieplicht zelfs het reeds bestaande verbod, zoals geregeld in de accijnswet op een impliciete manier. Wellicht zou het beter zijn om het reeds bestaande verbod veel strenger door de doaune te laten controleren en handhaven.