Samenwerkingscolleges middelbaar beroepsonderwijs

Reactie

Naam Verus en Federatie Christelijk MBO (Drs R.J. de Vries)
Plaats Woerden
Datum 8 september 2016

Vraag1

Bent u van mening dat de voorgestelde maatregelen samenwerking in het middelbaar beroepsonderwijs faciliteren?
Het MBO krijgt te maken met krimpende studentenaantallen door demografische ontwikkelingen en keuzegedrag van studenten. Het op een verantwoorde manier in stand houden van een breed, soms kostbaar opleidingenaanbod kan hierdoor voor een individuele mbo-instelling problematisch worden. In deze situatie kan samenwerking tussen mbo-instellingen een oplossing zijn om voor een regio een volwaardig aanbod van opleidingen in stand te houden. Studenten behouden zo een ruime keuze. Het wetsvoorstel neemt een aantal praktische obstakels weg voor samenwerking, met name met betrekking tot de registratie en uitwisseling van studentgegevens. Dit is wat Verus en de Federatie Christelijk MBO betreft positief.

De voordelen die het wetsvoorstel biedt worden gekoppeld aan één specifieke vorm van samenwerking, het samenwerkingscollege. De memorie van toelichting zou duidelijker moeten zijn over de reden hiervoor. Wat ons betreft mag het wetsvoorstel geen eerste stap zijn in de richting van verplichte samenwerking, bijvoorbeeld verplicht richting één aanbieder per regio, of een opgelegde vorm van organiseren. Keuzevrijheid voor studenten heeft namelijk niet alleen te maken met de hoeveelheid opleidingen waaruit zij kunnen kiezen, maar ook met de inhoudelijke vormgeving van die opleidingen. Diversiteit op dat gebied, bijvoorbeeld op basis van levensbeschouwelijke identiteit of onderwijsconcept, is een belangrijke waarde van ons onderwijsstelsel. Ook met betrekking tot de vorm waarin instellingen hun samenwerking willen gieten zijn zij nu vrij. Dit dient zo te blijven.

Vraag2

Is het introduceren van een alleenrecht voor kleine en unieke opleidingen een afdoende maatregel om het opleidingenaanbod van dit type opleidingen te borgen?
De introductie van een wettelijk alleenrecht voor kleine en unieke opleidingen middels een door de minister uit te geven licentie vinden Verus en de Federatie geen goed idee. Een dergelijk systeem kan de deur open zetten voor ongewenst verder overheidsingrijpen. Bovendien is er in het MBO terecht sprake van een grote mate van zelfregulering. Instellingen en bedrijfsleven werken samen in de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) die nota bene een speciale sectorkamer voor kleine unieke opleidingen kent. Mocht zelfregulering niet lukken en leiden tot geschillen dan kan de Commissie Macrodoelmatigheid MBO worden ingeschakeld. Verdergaande regelgeving zoals nu voorgesteld is dus niet nodig.

Bijlage