RVV 1990 wijziging snorfiets op rijbaan
Reactie
Naam
|
dr. johan kerstens
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
18 november 2016
|
Vraag1
Heeft u opmerkingen over de ontwerpwijziging en nota van toelichting?
Het besluit dat maatregelen mogelijk worden om snorfietsen van fietspaden te weren is zeer wenselijk en dus hard nodig ().
Maar het voorgestelde lijkt ondoordacht en gevaarlijk in z'n consequenties.
Toelichting:
Het besluit zal een regime opleggen dat onwerkbaar is (elk aangewezen fietspad, elk bord kan aangevochten worden, en dat zal gebeuren) en dus onuitvoerbaar (de inspanning die het vergt om het op te tuigen en te handhaven is haast onoverkomenlijk).
De regelgeving zal ook leiden tot een uitvoeringspraktijk die niet meer van deze tijd is: steden zijn al verstikt door verkeersborden die bovendien door hun massa en dichtheid de verkeersveiligheid eerder bedreigen dan bevorderen.
In Amsterdam bijvoorbeeld zijn fietspaden als regel smaller dan de wensmaat (volgens de Leidraad van de Centrale Verkeerscommissie; zie ook: http://www.fietsberaad.nl/library/repository/bestanden/conflicten%20op%20het%20fietspad_TNO_jan2013.pdf).
Het ligt dus in de rede snorfietsen (die in feite non-distinct zijn van bromfietsen) van fietspaden te weren die niet voldoen aan de wensmaat van een eenrichtingfietspad waar ook bromfietsen gebruik van maken (minimumbreedte 3m; TNO).
In effect betekent dit dat in de bebouwde kom van Amsterdam snorfietsen geweerd worden van naar schatting meer dan 90% van de fietspaden. Het zal duidelijk zijn dat dan een maatregel voor de hand ligt die snorfietsen onder hetzelfde regime brengt als bromfietsen.
Het besluit in deze vorm leidt bovendien tot situaties die verkeersbewegingen genereren (in- en uitvoegen op fietspaden en rijbanen) die conflicten mogelijk en waarschijnlijk maken met vrijwel zeker gevolgen voor de verkeersveiligheid die ernstiger zijn dan welke ontstaan door het weren van snorfietsen van alle fietspaden binnen de bebouwde kom.