Social Climate Fund
Reactie
Naam | INNAX (G. van Schöll) |
---|---|
Plaats | Veenendaal |
Datum | 24 februari 2025 |
Vraag1
We vragen u te reageren op de afzonderlijke opgenomen plannen. Daarbij kunt u aangeven welke verbeteringen en suggesties u heeft. U kunt bijvoorbeeld ook aangeven of u een voorstel belangrijk vindt of juist niet. Daarnaast, willen we graag uw reactie op de volgende vragen:1. Naar welk voorstel, of welke combinatie van meerdere voorstellen, zou het geld uit het Social Climate Fund moeten gaan? Het is belangrijk dat de voorgestelde maatregelen en investeringen voldoen aan de eisen die het Social Climate Fund stelt.
2. Heeft u nog andere ideeën die helpen om de financiële gevolgen van de energie transitie voor huishoudens met weinig inkomen te verminderen?
3. Zijn er specifieke groepen of situaties die we onvoldoende bereiken met de voorgestelde plannen? Wat zouden we daaraan kunnen doen?
4. Welke suggesties of aanbevelingen heeft u nog voor wat betreft de uitvoerbaarheid van de voorgestelde plannen? Wat zou er eventueel aangepast moeten worden aan de plannen om deze wel of beter uitvoerbaar te maken?
5. Moeten we de nadruk leggen op het verminderen van de negatieve impact op kwetsbare groepen op korte of op lange termijn?
Reactie op het onderdeel ‘Steun bij het betalen van de energierekening en structurele verduurzaming voor huishoudens met een laag inkomen’. Ons voorstel: een sociaal subsidiefonds voor energiecoöperaties en woningcorporaties, waarbij de subsidie het karakter heeft van een investeringssubsidie. Huishoudens met een laag inkomen participeren in de energiecoöperatie en hebben daarmee toegang tot duurzame/betaalbare energie.
In het publicatieblad van de EU, nr L 328/82 staat de positie van energiegemeenschappen en participatie van burgers beschreven. De praktijk heeft geleerd dat in NL energiecoöperaties zijn opgericht door burgers die de draagkracht hebben om te investeren en zodoende met subsidie rendement kunnen maken met lokale coöperaties. Ook zijn veel installaties gesubsidieerd ontwikkeld door commerciële partijen, waardoor maatschappelijk kapitaal aandeelhouderswaarde is geworden. Huishoudens aan de onderkant van de inkomensladder hebben die middelen niet en kunnen zodoende niet of minimaal participeren.
Om deze doelgroep te bereiken stellen wij een maatschappelijke investeringssubsidie voor, waarop lokale energiecoöperaties – ism woningcorporaties - een beroep kunnen doen. Gericht op het delen van duurzame energie in de vorm van elektriciteit en warmte. Daarmee valt een deel van de lening voor de energiecoöperatie weg, waardoor de rente- en aflossingscomponent kleiner wordt = meer financieel voordeel voor de huurders.
Op deze manier levert een éénmalige ondersteuning een structureel rendement voor huishoudens aan de onderkant van de inkomensladder. Er zijn modellen denkbaar die kunnen leiden tot een bijna stabiel energietarief voor langere tijd, onafhankelijk van de marktontwikkeling. Ze bieden een bijdrage in het verbeteren van de bestaanszekerheid van deze doelgroep. Neveneffect: minder noodzaak voor verschillende andere steunpakketten.
Met deze aanpak is de verduurzaming een maatschappelijk opgave, in plaats van een verdienmodel. Ter onderbouwing;
- 60% van de huishoudens heeft een genormaliseerd inkomen wat lager is dan € 36.000,-
- Woningcorporaties beheren 2,5 mln woningen, 1/3 van het totale woningbestand
- Het gemiddelde inkomen van huurders bij woningcorporaties is circa € 20.000,-
- Circa 40% van huishoudens heeft moeite heeft met het betalen van de maandelijkse lasten
- Elke geïnvesteerde euro in de energietransitie levert € 2,50 besparing aan maatschappelijke kosten